ECLI:NL:RBDHA:2025:12479
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.J. Ullersma, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Dijcks, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-regelgeving.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 juni 2025, maar de verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL25.24930) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 19 juni 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.