ECLI:NL:RBDHA:2025:12460
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor een urgentieverklaring op medische gronden door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een urgentieverklaring op medische gronden. Eiseres is het niet eens met de afwijzing en stelt dat de beleidsregels van het college discriminerend zijn. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 15 mei 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat er geen sprake is van een urgent huisvestingsprobleem en eiseres het probleem zelf kan oplossen. De rechtbank wijst erop dat het college beoordelingsruimte heeft bij het toekennen van urgentieverklaringen en dat de strikte beleidsregels niet als discriminerend kunnen worden aangemerkt. Eiseres heeft niet aangetoond dat haar afkomst een rol heeft gespeeld in de afwijzing. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen urgentieverklaring krijgt en ook geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.