8.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (VEERTIEN) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
de vordering van de benadeelde partij;
bepaalt dat de benadeelde partij, [naam 1] , niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.M. Meessen, voorzitter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
mr. W.J. Nomen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.E. Tesson, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 februari 2025.
Bijlage I
Feit 1
Primair
hij in of op omstreeks 20 december 2023 tot en met 21 december 2023 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland, [slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] ,
- één of meerder malen op en/of tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
- één of meerdere malen op en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te schoppen, en/of
- één of meerdere malen met een voorwerp en/of ijzeren stang op en/of tegen het hoofd en/of lichaam te slaan, en/of
- te wurgen en/of te stranguleren en/of te smoren en/of de keel dicht te knijpen;
Subsidiair:
hij in of op omstreeks 20 december 2023 tot en met 21 december 2023 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte die [slachtoffer] ,
- één of meerder malen op en/of tegen het hoofd en/of lichaam geslagen en/of gestompt, en/of
- één of meerdere malen op en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam geschopt, en/of
- één of meerdere malen met een voorwerp en/of ijzeren stang op en/of tegen het hoofd en/of lichaam geslagen, en/of
- gewurgd en/of gestranguleerd en/of gesmoord en/of de keel dichtgeknepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair:
hij in of op omstreeks 20 december 2023 tot en met 21 december 2023 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland,
aan [slachtoffer]
opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade
zwaar lichamelijk letsel,
te weten
letsel aan de schedel/of het hoofd en/of één of meerdere botbreuken,
heeft toegebracht,
door die [slachtoffer]
- één of meerder malen op en/of tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
- één of meerdere malen op en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te schoppen, en/of
- één of meerdere malen met een voorwerp en/of ijzeren stang op en/of tegen het hoofd en/of lichaam te slaan, en/of
- te wurgen en/of te stranguleren en/of te smoren en/of de keel dicht te knijpen,
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023397079, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 1466) en het forensisch dossier TGO Quebec 23, dienst regionale recherche, afdeling specialistische ondersteuning, team forensische opsporing (doorgenummerd pagina 1 t/m 473).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 21 januari 2025, voor zover inhoudende:
Ik heb [slachtoffer] 20 december 2023 ontmoet op het station Den Haag centraal. Hij had schoenen nodig en ik had schoenen in het verwaarloosde gebouw. Ik noemde [slachtoffer] [bijnaam] . Wij zijn in de middag en avond samen geweest. Wij zijn naar het winkelcentrum geweest en hebben samen gegeten. Wij liepen met kussens richting het asbestpand. Om 21:15 uur waren [bijnaam] en ik bij de ingang van het park. Ik herken mezelf op de camerabeelden. Ik draag daar de kussens.
Ik was dronken en onder invloed. Ik heb met vuisten geslagen en een paar keer met mijn voet geschopt. Mijn vuisten kwamen in zijn gezicht. Ik heb een keer of zes geslagen. Ik heb ook nog een paar keer geschopt. Dit was op zijn ribben denk ik. Toen ik hem met vuisten heb geslagen en probeerde te schoppen is hij gevallen. Ik heb hem toen nog één keer geschopt. De laatste schop was op zijn borst of ribben.
Volgens mij had ik dezelfde schoenen aan op de avond als tijdens de aanhouding. Ik ben die avond mijn tweede telefoon kwijtgeraakt.
De spijkerbroek en het rode vest uit het asbestpand zijn van mij. Ik heb mijn rode hoodie uitgedaan op 21 december 2023, omdat ik bloed zag.
Ik ken [getuige 2] en [getuige 3] . Ik heb een bericht ingesproken naar [getuige 2] . Het voicebericht tussen [getuige 2] en [verdachte] zijn [getuige 2] en ik.
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , opgemaakt op 23 december 2023, voor zover inhoudende (p. 272):
Ik ging de hond uitlaten, dat was om 22.30 uur. Ik zag een stukje verderop een man lopen met een rode trui met capuchon. Die liep richting Vlietzicht, dat is het lege pand op het terrein. Ik denk dat het ging om een blanke man met blond haar.
Ik liep op een voetpad, zijstraat van Van Ruytenburghlaan. Ik zag hem lopen tot een witte steen, net voorbij het gebouw Vlietzicht. Ik zag dat hij vanaf die steen de bosjes in liep. Hij was om zich heen aan het kijken.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 december 2023, voor zover inhoudende (p. 1-3):
Op 21 december 2023 was ik, rapporteur [naam 4] , belast met surveillance in het kader van incidentenafhandeling van bureau Leidschendam-Voorburg.
Omstreeks 08:50 uur hoorde ik dat het operationeel centrum ons stuurde naar de
[adres 1] te Leidschendam, alwaar een man op de grond zou liggen met bloed om zich heen en gaten in zijn hoofd. Omstreeks 09:15 uur zag ik dat de ambulance arriveerde. Ik hoorde haar zeggen dat deze persoon zeker weten overleden was.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek telefoon [getuige 3] (iPhone X), opgemaakt op 8 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 848):
Uit onderzoek was vast komen te staan dat [verdachte] de volgende telefoonnummers in gebruik had:
[telefoonnummer 1]
[telefoonnummer 2]
5. Het proces-verbaal van bevindingen, analyse historische verkeersgegevens [telefoonnummer 2] , opgemaakt op 5 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 836):
Uit analyse van de historische verkeersgegevens van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2] blijkt dat deze op 20-12-2023 van 22.00 uur tot en met 23.36 uur verbindingen maakt met de Cel-ID gelegen op de Gravin Juliana van Stolberglaan 1 te Leidschendam.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, gebruiker aangetroffen telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] , opgemaakt op 11 april 2024, voor zover inhoudende (p. 1018-1019):
Op 27-02-2024 had een getuige melding gemaakt dat hij een mobiele telefoon, te weten een Samsung, had gevonden op de Frekeweg kruising Lijtweg te Leidschendam. Dit betreft een locatie nabij het plaats delict.
Uit digitaal onderzoek van de voornoemde gevonden mobiele telefoon bleek dat dit Samsung S8+ (plus) betrof welke is voorzien van het IMEI-nummer [IMEI-nummer] .
Op 27-12-2023 werd [getuige 2] , geboren 0p [geboortedatum 2] 1986 te [geboorteplaats 2] in Polen (hierna [getuige 2] ) als getuige gehoord. Zij verklaarde dat haar ex-vriend [verdachte] , een worsteling had gehad met [bijnaam] en hierbij een mobiele telefoon, te weten een Samsung Plus, is verloren. Zij verklaarde onder andere het volgende:
V: Wat is het nummer wat kwijt is?
A: [telefoonnummer 1] .
V: Dat telefoonnummer is hij verloren bij de worsteling met [bijnaam] zeg je?
A.: Ja.
V:Wat voor telefoon is dat die hij verloren is?
A: De tweede is Samsung Plus.
Uit de verkregen verkeersgegevens blijkt dat [telefoonnummer 1] vanaf 03-10-2023 tot en met 20-11-2023 gebruikt wordt in combinatie met een mobiele telefoon voorzien van het IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Verder blijkt dat het IMEI-nummer [IMEI-nummer] na 20-11-2023 niet meer wordt gebruikt.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, volledige Whatsapp gesprek [getuige 2] en [verdachte] , opgemaakt op 29 december 2023, voor zover inhoudende (p. 181-187):
22-12-2023
[verdachte] : Ken je nog die ene met opgemaakte ogen? [slachtoffer] of hoe hij genoemd wordt, ik heb hem gedood, verdomme, niet opzettelijk.
[verdachte] : Hij leeft niet meer.
[verdachte] : Het was gisteren, gisteren ....
[verdachte] : Politie zou op zoek naar mij zijn omdat ik mijn telefoon daar achtergelaten heb.
[verdachte] : Op straat. Niet ver van de psychiatrische inrichting vandaan.
[verdachte] : Hij vloog mij aan en ik...wat.... ik heb hem één, twee, drie verrot geslagen en kut, verdomme•••• de mens is er niet meer, snap je?
[getuige 2] : Stuurt krantenbericht AD
[verdachte] : Ja, het is dezelfde plaats, ik zie het, ik zie het
8. Het proces-verbaal van bevindingen, Whatsapp chatgesprek [getuige 3] en [verdachte] , opgemaakt op 8 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 320-323):
22-12-2023 om 10:02:45 uur [audio bericht]
[verdachte] : Oude, ik rijd nu zelf naar Duitsland, het is wel een beetje klote met mij. Ik heb een kutding gedaan in Den Haag. Ik heb iemand een slag uitgedeeld en hij overleed. Klote. Ik word door de smerissen gezocht, denk ik, omdat ik mijn .. hoe heet het alweer? .. mijn tas kwijt geraakt heb, waar mijn telefoon in zat.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, tapgesprek sessie10017, opgemaakt op 4 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 1069):
Uitwerking gesprek [naam 5] & [naam 6] /NNman1
[naam 5] : Leidschendam, Leidschendam park. Leidschendam park.
NNman1: Hoe ?zou? (ntv) dood hij? Met een mes, uh pistool (ntv) of wat? Hoe?
[naam 5] : Nee nee, [naam 6] (fon) uhm, pakken, pakken deze uhm, metaal voor uh, voor uh hmm... Metaal, hmm, metaal, metaal. Uh voor uh ...
[naam 5] : Metaal voor... Metaal, metaal, uh metaal...
[naam 5] : Uh, ?ding?, metaal uh, boem, uh nee ... Ja? Om deze voor de kop?
[naam 5] : Voor kop, boem.
10. Het proces-verbaal van bevindingen, uitspraak verdachte over metalen staaf, opgemaakt op 23 november 2024, voor zover inhoudende (p. 1310):
Op woensdag 13 maart 2024 kreeg [verdachte] bezoek van zijn ex-vriendin [naam 3] (hierna: [naam 3] ). Tijdens dit gesprek werd gebruikt gemaakt van de bevoegdheid tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel (OVC).
M betreft [verdachte]
V betreft [naam 3]
M: Ik [fon] dacht het eerst, totdat de politie me vertelde hoe hij is geslagen. Het blijkt dat iemand hem met een staaf...met ijzeren staven, ik weet het niet met wat [palkami zheleznymi,ne znaju chem] en met een fles [butylkoj] ik weet het niet [ja ne znaju]
11. Het proces-verbaal van bevindingen, [verdachte] en [bijnaam] in beeld 20-12-2023, opgemaakt op 8 oktober 2024, voor zover inhoudende (p. 1293-1294):
21:15:05 uur (camera Frekeweg 2 voorkant)
[verdachte] en [bijnaam] komen aanlopen op de Frekeweg. Het is duidelijk te zien dat beide onvast ter been zijn en zich al wankelend verplaatsen. Hier dragen zij wederom de grote vierkante voorwerpen met zich mee. Dit is het laatste beeld waarop [bijnaam] levend wordt waargenomen. Gezien de beelden op de Frekeweg, waarop ze beiden dronken te zien zijn met de kussens en het feit dat het stoffelijk overschot van [bijnaam] samen met kussens op een afstand van circa 100 meter van het bereik van deze camera werden aangetroffen, is het vermoeden dat [bijnaam] kort na 21:15:05 uur om het leven is gebracht.
22:52:00 uur (camera Frekeweg 2 voorzijde)
[verdachte] komt alleen het beeld van de camera inlopen. Dit gaat op een rustig tempo. [verdachte] heeft hier een onbekend gebleven voorwerp in zijn linkerhand. Hij komt vanuit de richting van het park, alwaar het plaats delict was en loopt in de richting van de Juliana van Stolberglaan.
22:55:00 uur (camera Frekeweg 2 voorzijde)
[verdachte] komt in zijn eentje weer terug het beeld van de camera inlopen. Hij komt vanuit de richting van de Juliana van Stolberglaan en loopt in de richting van het park.
12. Het proces-verbaal van bevindingen, in beslagname goederen [adres 2] te Leidschendam, opgemaakt op 24 december 2023, voor zover inhoudende (p. 74-77):
Hierop traden wij op zaterdag 23 december 2023 te 22.43 uur het pand binnen ter inbeslagname van genoemde goederen.
Aan het einde van de gang kwamen wij in een ruimte alvorens wij het pand verlieten. In deze ruimte zagen wij een donkerblauwe spijkerbroek liggen, vlak voor de buiten deur. Op deze spijkerbroek zagen wij vermoedelijke bloedvlekken.
In deze ruimte zagen wij tevens nog andere kleding liggen, waaronder een rode hoodie in een openstaande kast.
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 juni 2024, voor zover inhoudende (p. 1193-1208):
Op woensdag 20 december 2023 omstreeks 10:02 uur is [verdachte] te zien op camerabeelden op de Dillenburgsingel in Leidschendam. Hij droeg op dat moment een donkerkleurige nauwsluitende lange broek, een donkerkleurige jas op heuplengte met een rode kraag of capuchon en donkerkleurige schoenen. Onder zijn jas droeg hij een rode trui of vest met een capuchon die hij op heeft.
Wanneer de screenshots van de verschillende dagen naast elkaar worden gezet, wordt duidelijker dat [verdachte] op 20, 22 en 25 december 2023 dezelfde schoenen lijkt te dragen.
Op de paarse trui van [bijnaam] werd een schoenspoor/ -afdruk aangetroffen. Deze afdruk bevond zich aan de voorzijde vrij hoog op de borst.
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 817-818):
Op donderdag 4 januari 2024 heb ik gezamenlijk met het Landelijk Team Onderwater Zoekingen (LTOZ) en duikers van het arrestatieteam een onderzoek ingesteld. Op donderdag 4 januari 2024 omstreeks 11:15 uur werd er tijdens dit onderzoek, ter hoogte waar het slachtoffer was aangetroffen, een metalen staaf aangetroffen.
15. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 januari 2025, voor zover inhoudende (p. 1 aanvullend proces-verbaal):
Op zaterdag 18 januari 2025 was ik aanwezig bij de afdeling forensische opsporing van de eenheid Den Haag.
Ik zag dat deze staaf uit drie (3) delen bestond, een (1) lang deel en twee (2) korte stukjes.
Nadat de staaf (het totaal) opnieuw was verpakt is deze door de collega van de forensische opsporing gewogen op een analoge weegschaal. Ik zag dat deze weegschaal aangaf dat het totale gewicht 1,7 kilo betrof. Dit gewicht heb ik met stift op de zak geschreven waarin de staaf verpakt was.
16. Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Elisabethhof 3 Leiderdorp), opgemaakt op 1 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 236-239 forensisch dossier):
Wij, verbalisanten, ontvingen van de frontdesk van Team Forensische Opsporing Den Haag, twee kledingstukken. Namelijk een blauwe spijkerbroek en een rood vest met witte accenten.
Wij, verbalisanten, achten het waarschijnlijk dat:
- de bloedspoorpatronen ontstaan op de kleding vermoedelijk ontstaan zijn door de
krachtsinwerking van een object in vloeibaar bloed. Vermoedelijk passend bij
schoppen en/of slaan;
- de voorzijde van de kleding langer of dichterbij een bloedbron geweest is;
- van het vest de capuchon relatief dichtbij of langer bij een bloedbron aanwezig
geweest is;
- gezien het relatief weinige bloed op de achterkant van het vest en de relatief
grote hoeveelheid bloed op de voorkant van het vest, het meer waarschijnlijk is dat
de capuchon op het hoofd geplaatst was en het hoofd naar voren gebogen was nabij een bloedbron;
- de rechterhand of mouw van de drager langer of dichter bij een bloed bron geweest
is;
- de achterzijde van de linker onderarm of mouw langer of dichterbij een bloedbron
geweest is;
- de onderzijde van de broek aan de voorzijde langer of dichterbij een bloedbron
geweest is;
- de vegen/vlekken aan de binnenzijde van de rechter broekspijp aan het binnen been mogelijk gemaakt zijn door contact met een bebloed voorwerp;
- het linker onderbeen of pijp van de broek langer of dichterbij een bloedbron
geweest is;
- de drager van de broek wijdbeens of gehurkt op de linker dan wel sterk gebogen met de linkerknie bij een bloedbron geweest is, omdat aan de binnenzijde nabij het kruis van de rechterbroekspijp een spattenpatroon zichtbaar is.
17. Een geschrift, te weten het NFI-rapport ‘’Forensisch pathologisch onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet-natuurlijke aard van overlijden’’, opgesteld op 20 juni 2024 door drs. B.G.H. Latten, arts en forensisch patholoog, voor zover inhoudende (p. 157-159 forensisch dossier):
Er waren uitgebreide uitwendige en inwendige letsels aan het hoofd (sub A, B3),
voornamelijk rechtszijdig en in het gelaat gelegen. Deze zijn allen bij leven ontstaan
door herhaaldelijke (deels hevige) stomp botsende krachtinwerking, zoals herhaaldelijk geslagen/geschopt worden, al dan niet met een voorwerp. Ten minste
één letsel (C) was (gezien de impressiebreuk) met een voorwerp ontstaan.
Letsel I toonde bij letseldateringsonderzoek bloeduitstorting zonder vitale wondreactie, hetgeen kan passen bij een rondom het overlijden ontstaan letsel.
De impressiebreuk rechts op het hoofd was de enige breuk in relatie met de
schedelholte. Bij radiologisch onderzoek (sub A) waren ter plekke meerdere losliggende botdelen richting/in het brein en een klein artefact zonder aanwijzing
voor metaal. Bij sectie was echter het harde hersenvlies intact, waren er geen
botdelen in het brein en toonden de hersenen geen (uitgebreide) letsels.
Mede op basis van het neuropathologisch onderzoek (sub C) kunnen de hoofdletsels hebben geleid tot bewustzijnsvermindering, maar verklaren zij het overlijden niet zonder meer.
Er waren enkele letsels rond de neus en mond. Mede gezien de aangeleverde
informatie (bij aantreffen zou in de nabijheid een kussen zijn aangetroffen) kan
langdurige (af)drukkende krachtinwerking op de neus en mond (smoren) overwogen
worden als oorzaak van of bijdrage aan het overlijden.
In de hals waren meerdere uit- en inwendige letsels (sub A, B4) die bij leven zijn
ontstaan door een stomp botsende (zoals geslagen worden) en/of
(samen)drukkende (zoals verwurgen of strangulatie) krachtinwerking. Letsel Q
toonde een patroon hetgeen kan passen bij petechiële kneuzing, hetgeen kan
ontstaan door een drukkende krachtinwerking door textiel (zoals kleding) ter plekke.
Bij letseldateringsonderzoek kan het letsel passen bij een maximaal enkele minuten
oud letsel.
Het aantreffen van het letselbeeld in de hals is waarschijnlijker bij een ten minste
deels (samen)drukkende krachtinwerking (zoals verwurgen of strangulatie) dan bij
alleen een stomp botsende (zoals geslagen worden) krachtinwerking. Indien een
(samen)drukkende krachtinwerking lang genoeg wordt aangehouden kan dit leiden
tot zuurstoftekort van de hersenen en het uiteindelijk overlijden. Vaak gaat dit
gepaard met stuwingsverschijnselen, die in onderhavig geval ontbraken (sub B10),
hetgeen verklaard kan worden door bloedverlies. De letsels in de hals zijn dus niet
bewijzend voor een fatale (samen)drukkende krachtinwerking, maar sluiten dit niet
uit.
De letsels sub BS t/m BS zijn bij leven ontstaan door een (geringe) stomp botsende krachtinwerking, zoals (zich) stoten, vallen of geslagen worden.
Conclusie
Bij forensisch pathologisch onderzoek op het lichaam van dhr. [slachtoffer] , 39
jaren oud, waren er uitgebreide (niet-incidentele) letsels. Het overlijden kan
verklaard worden door:
- (samen)drukkende krachtinwerking op de hals (zoals verwurging of strangulatie)
- (af)drukkende krachtinwerking op de neus en mond (smoren)
- beiden op zich of in combinatie.
Het schedel/hersenletsel heeft geen directe bijdrage geleverd aan het overlijden,
maar kan indirect door bewustzijnsvermindering, bloedverlies en onderkoeling een
bijdrage hebben geleverd aan de snelheid van het overlijden.
18. Het geschrift, te weten een NFI-rapport ‘’Vergelijkend schoenspooronderzoek aan kleding en schoenen naar aanleiding van een geweldsincident in Leidschendam op 21 december 2023’’, opgesteld op 11 oktober 2024 door ing. R.P. Visser, voor zover inhoudende (p. 466-473 forensisch dossier):
AAQRSS42NL: Kleding (Trui); voorpand van trui
AAOU6302NL: Schoeisel (Schoen); 1 paar zwarte hoge schoenen, maat 46, Adidas Traxion
De bevindingen van het onderzoek zijn waarschijnlijker wanneer het spoor is
veroorzaakt met de rechterschoen van het paar schoenen [AAOU6302NL] (Hl) dan
met een andere (onbekende) rechterschoen van een willekeurig ander paar
schoenen (H2).
19. Het geschrift, te weten een NFI-rapport ‘’Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in Leidschendam op 21 december 2023’’, opgesteld op 16 juli 2024 door MSc. P.W. Sjoukema, voor zover inhoudende (p. 425-428 forensisch dossier):
AAPR368SNL#0l: mogelijk bloedspoor op het kromme uiteinde van de staaf
DNA-profiel AAPR3685NL#0l is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige onbekende persoon.
20. Het geschrift, te weten een NFI-rapport ‘’Microanalyse van invasief trauma (MIT) naar aanleiding van een geweldsdelict in Leidschendam op 21 december 2023’’, opgesteld op 13 september 2024 door ing. P.J.M. Pauw-Vugts en ir. ing. E.J. Vermeij, voor zover inhoudende (p. 432-442 forensisch dossier):
AARG7959NL: MIT materiaal: letsel E
AARG7960NL: MIT materiaal: letsel C
AAPR3685NL: Massief metalen staaf uit sloot nabij vindplaats so
De metalen staaf heeft een lengte van circa 60 centimeter, waarbij één van de
uiteinden is omgebogen met nog een uitstekend deel van circa 10 cm. De diameter
van de staaf is circa 2 centimeter. Het uiteinde aan de zijde met het gebogen deel is
haaks afgewerkt, het andere uiteinde diagonaal, zie ook afbeelding 4.
De diameter van de staaf [AAPR3685NL] past qua afmetingen en vorm global bij de beschadigingen waargenomen in letsel C.
Letsel C [AARG7960NL]
Op het gemacereerde botdeel zijn deeltjes aangetroffen met een uiteenlopende
elementsamenstelling. Veel deeltjes bestaan voornamelijk uit ijzer en zink in
wisselende verhoudingen met soms wat andere elementen. De op dactyfolie
veiliggestelde metaalgelijkende deeltjes bestaan ook voornamelijk uit ijzer en zink
met diverse andere elementen in wisselende verhoudingen. Het op het veiliggestelde
geelgekleurde materiaal aanwezige zwarte materiaal bestaat voornamelijk uit lood
en chloor met wat ijzer.
Letsel E [AARG7959NL]
Op het kraakbeen is een deeltje aangetroffen dat voornamelijk bestaat uit ijzer,
chroom en nikkel.
Metalen staaf[AAPR3685NL]
De staaf bestaat voornamelijk uit ijzer met daarop een laag zink. Op de stubs
waarmee de gebogen kant en een deel van de lange kant zijn bemonsterd, zijn geen
deeltjes aangetroffen met een elementsamenstelling die overeenkomt met die van
bot. Op het onderzochte uiteinde van de staaf zijn wel deeltjes aangetroffen met
een morfologie en samenstelling die overeenkomt met die van bot.
Als met de metalen staaf de beschadigingen van letsel C zijn veroorzaakt dan is dit
met minimaal twee afzonderlijke inslagen gebeurd.
De elementsamenstelling van de meeste microsporen die zijn aangetroffen op de
botdelen behorende bij letsel C komt overeen met die van de metalen staaf.
De resultaten van dit deelonderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer de
beschadigingen zijn veroorzaakt met de staaf [AAPR3685NL] (H1a), dan met een
willekeurig ander slagvoorwerp (H2). De ordegrootte van de bewijskracht wordt
ingeschat op 100.000.
De gezamenlijke resultaten van het Microanalyse Invasief Trauma onderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer de beschadigingen zijn veroorzaakt met de staaf [AAPR3685NL] (H1a), dan met een willekeurig ander voorwerp (H2).