Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 24 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 10 maart 2023. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft op 14 mei 2025 een besluit genomen op verzoekers asielaanvraag. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoeker heeft beslist en deze aanvraag hangende het beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van verzoeker tegemoetgekomen. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt als kennelijk gegrond toegewezen.
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten, welke zijn vastgesteld op € 453,50. Dit bedrag is berekend op basis van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met inachtneming van de wegingsfactor ‘licht’, aangezien het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan op 10 juli 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.