ECLI:NL:RBDHA:2025:12410

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
11 juli 2025
Zaaknummer
NL25.25045
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2025 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Demirtas, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Dijcks, had deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-regelgeving.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 juni 2025, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL25.25044, behandeld, die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juni 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.25045
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker, (gemachtigde: mr. M. Demirtas),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: mr. A. Dijcks).

Procesverloop

Bij besluit van 4 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL25.25044, op 17 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, D.K. Ehigiene als tolk en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.25044, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 juni 2025

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.