ECLI:NL:RBDHA:2025:1237
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overdracht van asielzoeker aan Spanje op basis van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 3 februari 2025 uitspraak gedaan in het beroep van een Syrische asielzoeker tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie om zijn asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank oordeelt dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, op basis van de Dublinverordening. Eiser had aangevoerd dat hij in Spanje te maken zou krijgen met onmenselijke detentie- en leefomstandigheden, en dat hij het risico liep op pushbacks naar derde landen. De rechtbank overweegt echter dat de minister er in het algemeen vanuit mag gaan dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt, tenzij eiser kan aantonen dat er structurele tekortkomingen zijn in het Spaanse asiel- en opvangsysteem. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zijn overdracht aan Spanje in strijd zou zijn met zijn mensenrechten. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk ongegrond en bevestigt het besluit van de minister om eiser over te dragen aan Spanje. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.