ECLI:NL:RBDHA:2025:12321
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en procesbelang in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit dat op 22 maart 2025 door de minister van Asiel en Migratie aan de eiser is opgelegd. De minister heeft het terugkeerbesluit gebaseerd op de stelling dat de eiser een gevaar voor de openbare orde vormt, aangezien hij verdachte is van mishandeling. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 3 juli 2025, waar de gemachtigde van de minister wel aanwezig was. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten na de zitting.
De rechtbank heeft vervolgens overwogen of eiser nog procesbelang heeft bij het beroep, nu hij op 23 maart 2025 Nederland zelfstandig heeft verlaten. De minister heeft gesteld dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van het terugkeerbesluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser reeds gevolg heeft gegeven aan de terugkeerverplichting en dat er geen aanwijzingen zijn dat hij schade heeft geleden door het besluit. Hierdoor heeft eiser geen rechtens te beschermen belang meer bij de beoordeling van het besluit.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.