Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing ten aanzien van zowel dagvaarding I als dagvaarding II
dagvaarding I, onder 1 en 2ten laste gelegde feiten de volgende bewijsmiddelen:
dagvaarding IIten laste gelegde feiten de volgende bewijsmiddelen:
terwijldaarvan
gecursiveerdweergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
8.De vorderingen tenuitvoerlegging
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
36 (ZESENDERTIG) MAANDEN;
6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
de benadeelde partij [benadeelde 1]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 12.267,30 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 11 oktober 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde 1] ;
de benadeelde partij [benadeelde 2] en [benadeelde 3]hoofdelijk toe tot een bedrag van € 1.397,50 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 11 oktober 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde 2] en [benadeelde 3] ;