ECLI:NL:RBDHA:2025:12127

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
NL24.31212
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak van Albanese nationaliteit

Op 9 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Albanese verzoekster die een voorlopige voorziening had aangevraagd. De verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. A.S. Sewman, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van haar asielprocedure. De zitting vond plaats op 8 juli 2025, waar de verzoekster, haar gemachtigde, de gemachtigde van de minister van Asiel en Migratie, en een tolk aanwezig waren. Tijdens de zitting werd het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan op het beroep zelf. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. De verzoekster is vrijgesteld van het betalen van griffierecht en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier I. Wolthuis, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.31212

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

geboren op [geboortedatum]
van Albanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. D. Post).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 8 juli 2025 op zitting behandeld, samen met de beroepszaak. [1] Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, bijgestaan door een begeleider, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van de minister. Er is ook een tolk verschenen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.

Conclusie en gevolgen

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Verzoekster is vrijgesteld van het betalen van griffierecht. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van I. Wolthuis, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL25.17789