Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
Door het handelen van de verdachte heeft mevrouw [slachtoffer] twee botbreuken in haar bekken opgelopen. Zij is meteen op 27 juli 2024 gezien bij de spoedeisende hulp. Daar is aan haar medisch advies gegeven: ze mocht haar heup op geleide van de pijn belasten. Toen mevrouw [slachtoffer] op 16 december 2024, dus bijna vijf maanden na het ongeval, werd opgebeld met vragen over haar medische situatie naar aanleiding van het verkeersongeval, deelde zij de verbalisant mee dat zij was behandeld voor het letsel dat bij het ongeval was ontstaan en dat zij nog steeds af en toe hevige pijn had in haar bekken/schaambeen. Haar verblijf in een revalidatiecentrum (waar zij ten tijde van het ongeval al verbleef na eerdere operaties) was door het ongeval verlengd tot de eerste week van oktober 2024. Toen pas kon zij naar huis en kon ook de morfine die zij tegen de hevige pijnen kreeg, worden gestopt.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
taakstrafvoor de tijd van
180 (honderdtachtig) UREN;
90 (negentig) DAGEN;
18 (achttien) MAANDEN.