In deze zaak heeft eiser op 24 november 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 10 december 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Tevens is er een terugkeerbesluit naar Kenia opgelegd, dat op 17 januari 2025 is aangevuld met de verplichting om naar Senegal terug te keren. De rechtbank heeft de zaak op 28 januari 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder afwezig was. Eiser, die Somalische nationaliteit claimt, stelt dat hij bedreigd is door Al-Shabaab en heeft bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van zijn nationaliteit. Verweerder betwist de geloofwaardigheid van eisers asielrelaas en stelt dat hij Keniaanse nationaliteit heeft.
De rechtbank oordeelt dat eiser voldoende inspanning heeft geleverd om contact te leggen met de Keniaanse autoriteiten, maar dat verweerder hierin tekort is geschoten door geen contact op te nemen. Hierdoor is de besluitvorming onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen wegens gebrek aan connexiteit, maar eiser krijgt wel een proceskostenvergoeding van € 2.721,- toegewezen.