ECLI:NL:RBDHA:2025:1204

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
NL25.987
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublinverordening en verantwoordelijkheid van Zwitserland

Op 30 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens identiteit in het document niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen met het argument dat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit, dat op 8 januari 2025 was genomen, leidde tot beroep van de verzoeker. In het kader van dit beroep verzocht de verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.986) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast werd in de uitspraak vermeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.987

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoekerV-nummer: [V-nummer] ,

(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 8 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.986, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 30 januari 2025 door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.