Op 7 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, de Minister van Asiel en Migratie heeft aangeklaagd. De zaak betreft een verzoek om vergoeding van proceskosten na een beroep tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld. Verzoekster had beroep ingesteld omdat de minister niet tijdig had beslist op haar asielaanvraag, maar de minister heeft na het indienen van het beroep alsnog een besluit genomen. Verzoekster trok haar beroep in en vroeg om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat verzoekster procesbelang had, ondanks dat de rechterlijke dwangsom uit een eerdere procedure nog niet volledig was volgelopen. De rechtbank concludeerde dat de minister aan verzoekster tegemoet was gekomen door alsnog een besluit te nemen en dat de minister daarom de proceskosten van verzoekster moest vergoeden. De rechtbank stelde de proceskosten vast op € 453,50 en heeft de minister veroordeeld tot betaling van dit bedrag. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.