ECLI:NL:RBDHA:2025:11934
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om opheffing inreisverbod, terugkeerbesluit en SIS-signalering door een Colombiaanse eiser gehuwd met een Spaanse vrouw
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van een Colombiaanse eiser om opheffing van een inreisverbod, een terugkeerbesluit en een SIS-signalering. De eiser, gehuwd met een Spaanse vrouw, stelt dat deze besluiten hem belemmeren in het verkrijgen van een verblijfsvergunning in Spanje. De rechtbank oordeelt dat de eiser in Spanje zijn verblijfsrecht op basis van artikel 8 van het EVRM moet aanvragen en dat Nederland niet verplicht is om de besluiten op te heffen zonder dat Spanje hierom verzoekt. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, maar veroordeelt de verweerder tot betaling van proceskosten op basis van artikel 6:22 van de Awb, omdat er sprake was van een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek. De eiser is vrijgesteld van griffierecht, waardoor de proceskosten niet door hem betaald hoeven te worden.