Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[betrokkene]
Het verloop van de procedure
Overwegingen
30 april 2024 (met zaaknummer 10881623 / MB VERZ 24-363) waar zij naar verwijst.
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete van € 84,00, opgelegd aan betrokkene voor het rijden met een bromfiets die de maximumconstructiesnelheid overschrijdt. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 17 juni 2025 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, terwijl betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig waren.
De gemachtigde heeft aangevoerd dat de meting niet deugdelijk is verricht, omdat er geen bewijs is dat de motor voldoende gekoeld was en dat de bromfiets niet belast is tijdens de meting. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de meting correct is uitgevoerd volgens de geldende vereisten en heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam ter ondersteuning van zijn standpunt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedraging voldoende is vastgesteld en dat er geen reden is om te twijfelen aan de verklaringen van de verbalisanten of de juistheid van de meting. De kantonrechter heeft ook geen bijzondere omstandigheden gevonden die tot matiging van de boete zouden leiden. Het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Verbeek, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.