Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie,
(gemachtigde: M. Lorier).
Procesverloop
Overwegingen
Lichter middel
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die door de Minister van Asiel en Migratie was opgelegd aan een eiser van Poolse nationaliteit. De maatregel was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 7 januari 2025 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet heeft voldaan aan de informatieplicht zoals vastgelegd in artikel 5.3, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit, omdat eiser niet schriftelijk en in een begrijpelijke taal was geïnformeerd over de gronden van zijn inbewaringstelling.
Desondanks oordeelde de rechtbank dat de overige gronden voor de maatregel van bewaring voldoende gemotiveerd waren en dat er een significant risico op onttrekking aan het toezicht bestond. Eiser had aangevoerd dat hij niet kon worden uitgezet omdat hij aanwezig wilde zijn bij een strafzaak in Nederland, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen belemmering vormde voor de uitzetting. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de maatregel van bewaring als rechtmatig beoordeeld, ondanks het geconstateerde gebrek in de informatievoorziening.