In deze zaak vordert eiseres, die sinds 1 juli 2007 in dienst is bij de Gemeente Den Haag als Beleidsmedewerker, betaling van achterstallig salaris, wettelijke verhoging, wettelijke rente, niet-genoten vakantiedagen en juridische kosten. Eiseres heeft zich op 9 mei 2019 ziekgemeld en ontving vanaf 6 mei 2021 een WIA-uitkering. De Gemeente, als eigen risicodrager voor de WIA, heeft eiseres een officiële waarschuwing gegeven wegens het niet nakomen van haar re-integratieverplichtingen en heeft haar salarisbetaling stopgezet. Eiseres stelt dat de salarisstop onterecht was, omdat zij niet in staat was om te re-integreren. De Gemeente voert verweer en stelt dat de salarisstop gerechtvaardigd was, omdat eiseres niet aan haar re-integratieverplichtingen voldeed. De kantonrechter oordeelt dat de Gemeente op goede gronden de salarisstop heeft toegepast, maar dat de wettelijke verhoging en rente over het te laat betaalde salaris toewijsbaar zijn. Eiseres krijgt ook recht op uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen en buitengerechtelijke kosten. De Gemeente wordt veroordeeld tot betaling van € 7.985,48 aan wettelijke verhoging, € 936,87 aan buitengerechtelijke kosten en de proceskosten van € 1.658,42. Het vonnis is uitgesproken op 22 juli 2025.