ECLI:NL:RBDHA:2025:1166

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
09/323561-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

ISD-maatregel opgelegd aan verdachte wegens bedreiging en overtredingen van gebiedsverboden

Op 31 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere strafbare feiten heeft gepleegd, waaronder bedreiging van politieambtenaren en overtredingen van gebiedsverboden. De verdachte, geboren in 1975 en momenteel gedetineerd, is beschuldigd van het bedreigen van politieagenten met de dood, waarbij hij dreigende woorden heeft geuit en een mes bij zich had. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het wederrechtelijk binnendringen in een supermarkt en het niet naleven van een gebiedsverbod dat hem was opgelegd door de burgemeester van Leiden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermaals in aanraking is gekomen met justitie en dat eerdere maatregelen niet effectief zijn gebleken. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte een stelselmatige dader is en dat de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de bescherming van de maatschappij en om de recidive te voorkomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel voor de duur van twee jaar, zonder aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/323561-24, 09/173469-24, 09/206611-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24, 09/255708-24 en 09/277215-24 (ttz. gev.)
Datum uitspraak: 31 januari 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de deels - in de zaken met parketnummers 09/173469-24, 09/206611-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24, 09/255708-24 - door de politierechter naar de meervoudige kamer verwezen zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is deels gehouden op de terechtzittingen van de politierechter van 18 oktober 2024 en 20 november 2024 (de zaken onder parketnummers 09/173469-24, 09/206611-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24 en 09/255708-24)
en op de terechtzitting van de meervoudige kamer van 17 januari 2025 (inhoudelijke behandeling van de zaken onder alle parketnummers (09/323561-24, 09/173469-24, 09/206622-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24, 09/255708-24 en 09/277215-24)).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B.A.C. Looijestijn en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw
mr. M.G.C. van Riet naar voren is gebracht.
De rechtbank heeft de voeging bevolen van de dagvaarding met parketnummer
09/323561-24 met de dagvaardingen met de parketnummers 09/173469-24, 09/206611-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24, 09/255708-24 en 09/277215-24.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging van de dagvaardingen met parketnummers 09/173469-24 en 09/215186-24 op de terechtzitting van de politierechter van 18 oktober 2024 - ten laste gelegd dat:
t.a.v. 09/323561-24
hij op of omstreeks 10 oktober 2024 te Leiden [naam 1] en/of [naam 2]
[naam 2] en/of [naam 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht en/of met zware mishandeling, door een collega van die [naam 1] ,
[naam 2] en/of [naam 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik ga die agenten
doodsteken. Ik heb een heel scherp mes bij me in mijn zak, en die agenten wil ik nu
dood gaan steken" en/of "Ik maak ze dood, wacht maar af", althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die Van den
Berg, [naam 2] en/of [naam 3] in hun/diens hoedanigheid van ambtenaar van
politie;
t.a.v. 09/173469-24hij op of omstreeks 27 mei 2024 te
Leiden, in het besloten lokaal, te weten een supermarkt gelegen aan de Philipsburgstraat en in gebruik bij de Hoogvliet, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 8 april 2024 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 1 jaar;
t.a.v. 09/206611-24hij op of omstreeks 26 juni 2024 te Leiden
opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316 krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 172 en/of 172a
van de Gemeentewet, gedaan door of names de burgemeester van Leiden, in elk
geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of
tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen
maandag 24 juni 2024 06:00 uur en dinsdag 24 september 2024 06:00 uur niet mocht bevinden in het gebied wat omgrensd wordt door de volgende straten: Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk - Utrechtse
Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de rijksweg A4 - Willem van der Madeweg –
Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel - Witte Singel Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg –
Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnsburgerweg - Dellaertweg –
Schipholweg, door zich op voorgenoemde datum in/op/aan de Oude Singel te Leiden, althans op een openbare weg of plaats gelegen in voorgenoemd gebied te
bevinden;
t.a.v. 09/215186-24hij op of omstreeks 3 juli
2024te
Leiden, althans in Nederland, opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk
Z/22/3412316, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de Gemeentewet, gedaan door of namens de burgemeester van
Leiden, in elk
geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of
tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 juni
2024 te 06:00 uur en 24 september 2024 te 06:00 uur niet mocht bevinden in het
gebied dat begrensd wordt door de straten Willem de Zwijgerlaan, Kooilaan,
Herensingel, Zijlsingel, Hoge Rijndijk, Utrechtse Jaagpad, Hoge Rijndijk tot de
rijksweg A4, Willem van der Madeweg, Cronesteynpark, Vrouwenweg, Lammenschansplein, Lammenschansweg, Zoeterwoudsesingel, Witte Singel
Haagweg, Rijnzichtbrug, Morsweg, Plesmanlaan, Piet Paaltjenspad, Bargelaan, Rijnsburgerweg, Dellaertweg en Schipholweg, door zich op voornoemde datum
omstreeks 15:00 uur op de Kanaalweg, althans op een openbare weg of plaats
gelegen in voornoemd gebied te bevinden;
t.a.v. 09/218660-24hij op of omstreeks 7 juli 2024 te Leiden
opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk
Z/22/3412316
krachtens een wettelijk voorschrift, te weten 172a van de gemeentewet,
gedaan door of namens de burgemeester van Leiden, in elk geval een ambtenaar als
bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht,
eerste en/of tweede lid,
inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 juni 2024 te
06:00 uur en 24 september 2024 te 06:00 niet mocht bevinden in/op in het gebied
dat begrensd wordt door de straten Willem de Zwijgerlaan, Kooilaan, Herensingel, Zijlsingel, Hoge Rijndijk, Utrechtse Jaagpad, Hoge Rijndijk tot de rijksweg A4,
Willem van der Madeweg, Cronesteynpark, Vrouwenweg, Lammenschansplein, Lammenschansweg, Zoeterwoudsesingel, Witte
Singel Haagweg, Rijnzichtbrug, Morsweg, Plesmanlaan, Piet Paaltjenspad,
Bargelaan, Rijnsburgerweg, Dellaertweg en Schipholweg,
door, zich op voornoemde datum omstreeks 19:34 op de Langegracht in/op, althans
op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied te bevinden;
t.a.v. 09/220712-24hij op of omstreeks 08 juli 2024 te Leiden
opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de gemeentewet,
gedaan door of namens de burgemeester van Leiden, in elk geval een ambtenaar als
bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht,
eerste en/of tweede lid,
inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen 24 juni 2024 tot en met 24 september 2024 niet mocht bevinden in het gebied dat wordt begrensd door de
volgende straten:
Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk –
Utrechts Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de Rijksweg A4 - Willem van der Madeweg -Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg -Zoeterwoudsesingel - Witte Singel Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg –
Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnburgerweg - Dellaertweg -Schipholweg
door, zich op voornoemde datum om 20:27 uur in/op, althans op een openbare weg
of plaats, gelegen in voornoemd gebied, te bevinden;
t.a.v. 09/255708-24hij op of omstreeks 9 augustus 2024 te Leiden
opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de gemeentewet,
gedaan door of namens de burgemeester van Leiden, in elk geval een ambtenaar als
bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht,
eerste en/of tweede lid,
inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen 24 juni 2024 tot en met 24 september 2024 niet mocht bevinden in het gebied dat wordt begrensd door de
volgende straten:
Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk –
Utrechts Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de Rijksweg A4 - Willem van der Madeweg -Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg -Zoeterwoudsesingel - Witte Singel Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg –
Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnburgerweg - Dellaertweg –
Schipholweg
door, zich op voornoemde datum om 14:08 uur op de Lammermarkt, althans op een openbare weg of plaats, gelegen in voornoemd gebied, te bevinden;
t.a.v. 09/277215-24
hij op of omstreeks 29 augustus 2024 te Leiden
opzettelijk
niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk
Z/22/3412316
krachtens een wettelijk voorschrift, te weten 172a van de gemeentewet,
gedaan door of namens de burgemeester van Leiden, in elk geval een ambtenaar als
bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht,
eerste en/of tweede lid,
inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 juni 2024 tot en
met 24 september 2024 niet mocht bevinden in/op Willem de Zwijgerlaan -
Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk - Utrechtse Jaagpad - Hoge
rijndijk tot de rijksweg A4 - Willem van der Madeweg - Cronesteynpark -
Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel -
Witte singel Haagweg - Rijnzichtburg - Morsweg - Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad -
Bargelaan - Rijnsburgerweg - Dellaertweg - Schipholweg. door, zich op voornoemde
datum om 14:10 uur in/op, althans op een openbare weg of plaats gelegen in
voornoemd gebied te bevinden.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor de feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit.
De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen, met het nummer dat per feit is weergegeven.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer 09/323561-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024328519, doorgenummerd pagina 1 t/m 53), het bedreigen van politieambtenaren:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 oktober 2024 (p. 17);
3. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 2] , opgemaakt op 10 oktober 2024 (p. 8 - 9);
4. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 3] , opgemaakt op 10 oktober 2025 (p. 10 - 11);
5. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] , opgemaakt op 10 oktober 2024 (p. 13 - 14).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer 09/173469-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024166234, doorgenummerd pagina 1 t/m 16), het overtreden van een winkelverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 4] namens Hoogvliet, opgemaakt op 27 mei 2024 (p. 5 - 6);
3. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte door burger, opgemaakt op 27 mei 2024 (p. 7 - 8);
4. Het geschrift, te weten een Standaard CBL Winkelontzegging, gedateerd 8 april 2024 (p. 16).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/206611-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024201902, doorgenummerd pagina 1 t/m 32), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 26 juni 2024 (p. 21 - 22);
3. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd
19 juni 2024 (p. 5 - 20).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/215186-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024211226, doorgenummerd pagina 1 t/m 34), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 3 juli 2024 (p. 5 - 6);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 juli 2024 (p. 31 - 32);
4. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd 19 juni 2024 (p. 15 - 30).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/218660-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024216073, doorgenummerd pagina 1 t/m 39), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 7 juli 2024 (p. 6 - 7);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 juli 2024 (p. 34 - 35);
4. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd 19 juni 2024 (p. 18 - 39).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/220712-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024217375, doorgenummerd pagina 1 t/m 38), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 8 juli 2024 (p. 8 - 9);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 juli 2024 (p. 26 - 27);
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 juli 2024 (p. 30);
5. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd 19 juni 2024 (p. 10 - 25).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/255708-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024253914, doorgenummerd pagina 1 t/m 33), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 augustus 2024 (p. 5 - 7);
3. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd 19 juni 2024 (p. 16 - 30).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen met betrekking tot het bij
parketnummer
09/277215-24ten laste gelegde feit (PL1500-2024278066, doorgenummerd pagina 1 t/m 36), het overtreden van een gebiedsverbod:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 17 januari 2025;
2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 29 augustus 2024 (p. 5 - 6);
3. Het geschrift, te weten een Besluit opleggen gebiedsverbod, met bijlagen, gedateerd 19 juni 2024 (p. 21 - 36).
3.2.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
t.a.v. 09/323561-24
hij op 10 oktober 2024 te Leiden [naam 1] en R.T. [naam 2] en [naam 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een collega van die [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik ga die agenten
doodsteken. Ik heb een heel scherp mes bij me in mijn zak, en die agenten wil ik nu
dood gaan steken" en "Ik maak ze dood, wacht maar af", terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] in hun hoedanigheid van ambtenaar van
politie;
t.a.v. 09/173469-24hij op 27 mei 2024 te Leiden in het besloten lokaal, te weten een supermarkt gelegen aan de Philipsburgstraat en in gebruik bij de Hoogvliet, wederrechtelijk is binnengedrongen
,immers was hem, verdachte, met ingang van 8 april 2024 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 1 jaar;
t.a.v. 09/206611-24hij op 26 juni 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316 krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de Gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen maandag 24 juni 2024 06:00 uur en dinsdag 24 september 2024 06:00 uur niet mocht bevinden in het gebied wat omgrensd wordt door de volgende straten: Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk - Utrechtse Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de rijksweg A4 - Willem van der Madeweg - Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel - Witte Singel Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg - Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnsburgerweg - Dellaertweg - Schipholweg, door zich op voorgenoemde datum op de Oude Singel te Leiden te bevinden;
t.a.v. 09/215186-24hij op 3 juli 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de Gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 jun i2024 te 06:00 uur en 24 september 2024 te 06:00 uur niet mocht bevinden in het gebied dat begrensd wordt door de straten Willem de Zwijgerlaan, Kooilaan, Herensingel, Zijlsingel, Hoge Rijndijk, Utrechtse Jaagpad, Hoge Rijndijk tot de rijksweg A4, Willem van der Madeweg, Cronesteynpark, Vrouwenweg, Lammenschansplein, Lammenschansweg, Zoeterwoudsesingel, Witte Singel
,Haagweg, Rijnzichtbrug, Morsweg, Plesmanlaan, Piet Paaltjenspad, Bargelaan, Rijnsburgerweg, Dellaertweg en Schipholweg, door zich op voornoemde datum omstreeks 15:00 uur op de Kanaalweg te bevinden;
t.a.v. 09/218660-24hij op 7 juli 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
,krachtens een wettelijk voorschrift, te weten 172a van de gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 juni 2024 te 06:00 uur en 24 september 2024 te 06:00 niet mocht bevinden in het gebied dat begrensd wordt door de straten Willem de Zwijgerlaan, Kooilaan, Herensingel, Zijlsingel, Hoge Rijndijk, Utrechtse Jaagpad, Hoge Rijndijk tot de rijksweg A4,Willem van der Madeweg, Cronesteynpark, Vrouwenweg, Lammenschansplein, Lammenschansweg, Zoeterwoudsesingel, Witte Singel Haagweg, Rijnzichtbrug, Morsweg, Plesmanlaan, Piet Paaltjenspad, Bargelaan, Rijnsburgerweg, Dellaertweg en Schipholweg, door zich op voornoemde datum omstreeks 19:34 op de Langegracht te bevinden;
t.a.v. 09/220712-24hij op 8 juli 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
,krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen
tussen24 juni 2024 tot en met 24 september 2024 niet mocht bevinden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende straten: Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk -Utrechts Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de Rijksweg A4 - Willem van der Madeweg - Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel - Witte Singel - Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg -Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnburgerweg - Dellaertweg – Schipholweg
,door zich op voornoemde datum om 20:27 uur op een openbare weg of plaats, gelegen in voornoemd gebied, te bevinden;
t.a.v. 09/255708-24hij op 9 augustus 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
,krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen 24 juni 2024 tot en met 24 september 2024 niet mocht bevinden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende straten: Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk -Utrechts Jaagpad - Hoge Rijndijk tot de Rijksweg A4 - Willem van der Madeweg - Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel - Witte Singel - Haagweg - Rijnzichtbrug - Morsweg -Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnburgerweg - Dellaertweg - Schipholweg
,door zich op voornoemde datum om 14:08 uur op de Lammermarkt te bevinden;
t.a.v. 09/277215-24
hij op 29 augustus 2024 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk Z/22/3412316
,krachtens een wettelijk voorschrift, te weten
artikel172a van de gemeentewet, gedaan door de burgemeester van Leiden, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 24 juni 2024 tot en met 24 september 2024 niet mocht bevinden op Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan - Herensingel - Zijlsingel - Hoge Rijndijk - Utrechtse Jaagpad – Hoge rijndijk tot de rijksweg A4 - Willem van der Madeweg - Cronesteynpark - Vrouwenweg - Lammenschansplein - Lammenschansweg - Zoeterwoudsesingel - Witte singel - Haagweg - Rijnzichtburg - Morsweg - Plesmanlaan - Piet Paaltjenspad - Bargelaan - Rijnsburgerweg - Dellaertweg – Schipholweg
,door zich op voornoemde datum om 14:10 uur op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied te bevinden.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De oplegging van de maatregel

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren wordt opgelegd, waarbij de tijd die de verdachte vóór tenuitvoerlegging van deze maatregel in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten niet wordt afgetrokken van de duur van die maatregel.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan de verdachte geen onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Zij voert aan dat, indien de verdachte zo’n maatregel wordt opgelegd, hij in de praktijk maanden zal moeten wachten op een behandeling. Daarnaast heeft hij reeds eerder een ISD-maatregel opgelegd gekregen welke uiteindelijk niet effectief bleek. Gelet daarop vindt zij dat de verdachte de kans moet krijgen om zelfstandig zijn leven te beteren. De raadsvrouw heeft verzocht om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden maatregel is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van een winkelverbod en aan het meermalen overtreden van een gebiedsverbod, dat hij had gekregen om schade en overlast zo veel mogelijk te beperken. Door deze verboden te negeren heeft de verdachte nog meer overlast veroorzaakt.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een bedreiging van politieagenten met de dood. Hij is met een scherp mes richting het politiebureau gegaan en dreigde de agenten, die hem de vorige dag hadden aangehouden, dood te steken. Door zich op deze wijze te gedragen heeft de verdachte de agenten veel schrik aangejaagd. Het agressieve gedrag van de verdachte is op geen enkele wijze te rechtvaardigen. Met het plegen van deze bedreiging heeft de verdachte blijk gegeven van een gebrek aan respect voor politieambtenaren die gewoon hun werk moeten kunnen doen zonder daarbij bedreigd te worden. Voorts overweegt de rechtbank dat de door de verdachte gepleegde strafbare feiten in ernst toenemen.
De verdachte heeft zich blijkens zijn strafblad van 19 december 2024 al eerder schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten, waaronder bedreigingen en het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering.
De rechtbank heeft kennisgenomen van reclasseringsadviezen van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering over de verdachte van 11 oktober 2024, 22 oktober 2024 en 24 oktober 2024. De reclassering adviseert de onvoorwaardelijke ISD maatregel op te leggen. Zij komt tot dit advies om de volgende redenen. De verdachte is meer dan 50 keer met justitie in aanraking gekomen in Nederland en Duitsland. Hij heeft problemen op de primaire levensgebieden huisvesting, dagbesteding en financiën. Daarnaast is er al die tijd sprake van alcoholproblematiek. Hulpverlening, al dan niet verplicht middels een toezicht, slaat niet aan. In 2020 mislukte een klinische behandeling in het kader van een eerder aan hem opgelegde ISD-maatregel, doordat de verdachte zich onttrok aan de behandeling (door weg te blijven na een verlof). Na afloop van de maatregel verviel de verdachte al snel terug in zijn oude patroon en inmiddels is hij weer talloze malen met justitie in aanraking gekomen. In juli 2023 werd het laatste toezicht retour gezonden. Gezien de reeds jarenlang bestaande problemen op het gebied van alcoholgebruik, huisvesting, dagbesteding, financiën, familie en justitiecontacten, acht de reclassering een klinische behandeling geïndiceerd. Deze behandeling kan volgens de reclassering het best gerealiseerd worden in het (strenge) kader van een onvoorwaardelijke ISD maategel.
De verdachte staat verder bekend als stelselmatige dader en de reclassering acht een hoog risico aanwezig op recidive, letselschade en onttrekking aan voorwaarden. De verdachte lijkt zijn gedrag niet te veranderen ondanks talloze politiecontacten en veroordelingen, reclasseringstoezicht, behandeling en een eerder opgelegde ISD- maatregel. De verdachte is in oktober 2024 teruggevallen in alcoholmisbruik en heeft geen zicht op een stabiel bestaan als hij wordt vrijgelaten, aangezien hij geen stabiele slaapplaats/verblijf plaats heeft. Hierdoor acht de reclassering de kans op terugval in alcoholmisbruik hoog.
De reclassering acht een intensief traject geïndiceerd, gezien het hardnekkige delictgedrag en de langdurige middelenproblematiek van de verdachte. Tijdens de ISD kan diagnostisch onderzoek plaats vinden in de P.I., op basis waarvan de verdachte aangemeld kan worden voor een passende klinische behandeling inzake zijn alcoholgebruik en zijn hardnekkig delictgedrag, om vandaar toe te worden geleid naar een passende woonvoorziening. Een voorwaardelijke ISD-maatregel lijkt de reclassering niet haalbaar, gezien de zeer hoge kans op terugval in alcoholgebruik en onttrekking aan voorwaarden.
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan alle voorwaarden die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van een ISD-maatregel stelt. De bedreiging onder parketnummer 09/323561-24 waarvoor de verdachte wordt veroordeeld is een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Uit het strafblad blijkt dat de verdachte in de vijf jaren voordat hij deze feiten pleegde ten minste drie keer voor een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. De feiten waarvoor de verdachte nu wordt veroordeeld, heeft hij gepleegd nadat deze straffen ten uitvoer zijn gelegd.
De verdachte valt onder de definitie van stelselmatige dader uit de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers, nu over een periode van vijf jaren processen-verbaal voor meer dan tien misdrijffeiten tegen hem zijn opgemaakt, waarvan ten minste één misdrijf in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde misdrijffeit.
Voorop staat dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte. Daarnaast kan de maatregel een oplossing bieden voor de verslavingsproblematiek van de verdachte. De ISD-maatregel moet, gelet op de duur en het karakter van de maatregel, als laatste redmiddel worden beschouwd.
De rechtbank overweegt dat de in het verleden aan de verdachte opgelegde straffen er kennelijk niet toe hebben geleid dat de verdachte zijn gedrag heeft veranderd. Gelet op het advies van de reclassering zijn er naar het oordeel van de rechtbank op dit moment geen passende alternatieven voor de oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een misdrijf zal plegen. De verdachte veroorzaakt steeds weer overlast en wordt thans ook voor een geweldsfeit veroordeeld, derhalve prevaleert nu het belang van de samenleving. Het is voor de veiligheid van personen en goederen noodzakelijk om de ISD-maatregel op te leggen. Daarnaast kan de ISD-maatregel een bijdrage leveren aan het oplossen van de verslavingsproblemen van de verdachte en herhaling van delictgedrag na afloop van de ISD-maatregel voorkomen.
Dat de verdachte de kans zou moeten krijgen om zelf zijn leven te beteren, zoals de raadsvrouw heeft bepleit, is naar het oordeel van de rechtbank geen reële optie, nu daar geen concreet plan voor is en de verdachte niet is ingebed in de zorg.
Vooral ter optimale bescherming van de maatschappij, maar ook om het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven, is het belangrijk voldoende tijd te nemen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de ISD-maatregel opleggen voor de maximale duur van twee jaren en de tijd die de verdachte vóór tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten niet aftrekken van de duur van die maatregel.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen:
- 38m, 38n, 57, 138, 184 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaardingen
09/323561-24, 09/173469-24, 09/206611-24, 09/215186-24, 09/218660-24, 09/220712-24, 09/255708-24 en 09/277215-24 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.2 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van parketnummer 09/323561-24:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van ambtenaar van politie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van parketnummer 09/173469-24:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik wederrechtelijk binnendringen;
ten aanzien van 09/206611-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
ten aanzien van 09/215186-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
ten aanzien van 09/218660-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
ten aanzien van 09/220712-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
ten aanzien van 09/255708-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
ten aanzien van 09/277215-24:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
legt de verdachte op de maatregel tot
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2(
TWEE)
JAREN.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.R. Aaron, voorzitter,
mr. P. van Essen, rechter,
mr. M. Lenderink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.F. Tromp, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2025.