Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoekster en de minister van Asiel en Migratie. De verzoekster had een herhaalde asielaanvraag ingediend, welke door de minister op 6 maart 2025 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan buiten zitting. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.12099) die relevant is voor de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat deze niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. de Danschutter, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform de bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000.