ECLI:NL:RBDHA:2025:1159

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
24-48031
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid België

Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van de Minister van Asiel en Migratie tegen een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister had op 3 december 2024 besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. H. Hassan, heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 december 2024 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.48030) die verband hield met het beroep van de verzoeker.

Aangezien er inmiddels uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier K.L.H. Thomas, en is openbaar gemaakt op 10 januari 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.48031
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker (gemachtigde: mr. H. Hassan),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. J.P. Arts).

Procesverloop

Bij besluit van 3 december 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.48030, op 24 december 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen I. M. Khokhar. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.48030, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.L.H. Thomas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 januari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.