ECLI:NL:RBDHA:2025:11572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag wijziging verblijfsvergunning regulier van humanitair-tijdelijk naar humanitair niet-tijdelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de afwijzing van een aanvraag tot wijziging van het doel van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd van eiseres, een Nigeriaanse vrouw, van 'humanitair-tijdelijk' naar 'humanitair niet-tijdelijk'. Eiseres was het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag, die door de minister van Asiel en Migratie was gedaan op basis van het niet voldoen aan het paspoortvereiste. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had geoordeeld dat eiseres niet voldeed aan de vereisten van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000, omdat zij geen geldig grensoverschrijdingsdocument had. Eiseres had eerder een verblijfsvergunning gekregen in het kader van de Verblijfsregeling Mensenhandel, maar deze was ingetrokken. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die toepassing van artikel 4:84 van de Awb rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen verblijfsvergunning regulier met als verblijfsdoel humanitair niet-tijdelijk kreeg. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.