Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
de onbetwiste leider”van een criminele organisatie die
“in een periode van anderhalf jaar aan vijf mensen het leven [heeft] ontnomen. Daarnaast heeft de organisatie twee mensen geprobeerd te vermoorden en de moord op zes mensen voorbereid. Ook is een aanslag op een spyshop voorbereid, waarbij het risico dat daar mensen aanwezig waren niet als belemmering werd gezien.[naam 1]
“bepaalt wie er gedood zal worden en ontziet niemand. Zijn enthousiaste reacties na een geslaagde moord zijn zonder meer schokkend”.Hij
“komt uit het dossier naar voren als een wraakzuchtig en bloeddorstig persoon. Hij toont op geen enkel moment enige compassie met zijn slachtoffers of hun nabestaanden. De rechtbank houdt er rekening mee dat hij na een eventuele invrijheidstelling opnieuw moorden zal (laten) plegen. Dat maakt dat de maatschappij maximaal tegen[ [naam 1] ]
moet worden beveiligd.”
- a) Uit de GRIP-rapporten van 2 en 3 mei 2023 blijkt dat [eiser] op basis van informatie uit het Team Criminele Inlichtingen (TCI) is aangehouden op 21 april 2023 op verdenking van deelname aan een criminele organisatie en handel in verdovende middelen. Volgens deze informatie is [eiser] een belangrijk persoon binnen de organisatie van [naam 1] en [naam 2] . Hij is verantwoordelijk voor het regelen van spotters en hitters, die worden ingezet bij de voorbereiding en uitvoering van een liquidatie. Hij regelt dat blokken cocaïne binnen de organisatie worden uitgedeeld. [eiser] beheert een deel van het crimineel verdiende vermogen en is volledig van alles op de hoogte. Betrokkene is nog steeds verdachte in het onderzoek Pullheim (moord op advocaat Derk Wiersum ).
- b) Blijkens informatie van de PI heeft [eiser] vanaf 21 april 2023 tot en met 2 mei 2023 in [plaatsnaam 2] in alle beperkingen gezeten. Er is veel media en publieke aandacht rondom zijn aanhouding wat de orde en veiligheid ernstig kan verstoren en invloed kan hebben op zijn eigen veiligheid. Momenteel verblijven meerdere familieleden van [eiser] in detentie. In november 2022 is een anonieme melding (hierna: MMA-melding) geweest dat [naam 3] die momenteel vast zit in de PI [plaatsnaam 1] wil ontsnappen en hulp zou krijgen van [eiser] . Betrokkene gaat zijn eigen verdediging doen om te bezien hoe hij vanuit die methode zaken kan afdwingen en ondermijnen. Dit is een zware belasting voor de inrichting. Het lijkt erop dat hij van plan is zijn gedrag dat hij tijdens zijn vorige detentie ten toon spreidde voort te zetten. Gelet op de positie die hij inneemt in het CSV (criminele samenwerkingsverband) en de strafzaak Pullheim is sprake van een voorstelbare liquidatiedreiging. Daarbij heeft betrokkene geld, macht en middelen, hetgeen maakt dat ontsnappingsgevaar aannemelijk is.
Het feit dat [eiser] volgens TCI-informatie een belangrijke rol speelt binnen de criminele organisatie van [naam 1] en [naam 2] , dat hij een deel van het crimineel verdiende vermogen beheert en van alles op de hoogte is.
Het Feit dat [eiser] nog steeds verdacht is in het Pullheim-onderzoek (moord op Derk Wiersum ) en dat zijn GVM-status in het OO van december 2020 is opgeschaald van ‘verhoogd’ naar ‘hoog’ vanwege een liquidatiedreiging van [naam 1] richting [eiser] (en dat dit in het OO van 10 februari 2021 is verlengd).
3.Het geschil
- de Staat met onmiddellijke ingang te verplichten incidenteel verlof te verlenen om voor [eiser] rouwbezoek bij het graf van zijn overleden broer mogelijk te maken;
- [eiser] van de GVM-lijst te verwijderen, subsidiair de indicatie liquidatiegevaar niet langer aan te nemen, meer subsidiair [eiser] af te schalen van het criterium hoog naar verhoogd;
4.De beoordeling van het geschil
aanvullendeconcrete informatie over de bestaande liquidatiedreiging is aangevoerd. Ook een dreiging die dateert van langere tijd terug (in dit geval: al enkele jaren) kan een verlenging van de GVM-status ‘hoog’ op de C grond rechtvaardigen. Overigens is het onjuist, zoals [eiser] het doet voorkomen, dat zich na het OO van 8 november 2023 geen relevante nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan die GVM-status ‘hoog’ op de C grond rechtvaardigen. Voornoemde strafrechtelijke veroordelingen voor liquidaties zijn in dat verband zonder meer van belang.
Zijn neef heeft hem op een dodenlijst geplaatst, waar hij nog steeds op staat.”De voorzieningenrechter begrijpt uit hetgeen ter zitting van de zijde van de Staat is aangevoerd dat het OO de mening is toegedaan dat de verklaring nietszeggend is gelet op de onbetrouwbaarheid van [naam 1] , die de verklaring ook zonder consequenties kan geven en hem zelfs mogelijk in een gunstigere positie brengt. De visie van de Staat kan de voorzieningenrechter goed volgen. Van de betrouwbaarheid van de verklaring kan mede gelet op hetgeen is overwogen door de rechtbank Amsterdam in het vonnis van 15 maart 2024 (zie hiervoor onder 2.3) niet worden uitgegaan. Een en ander brengt met zich dat niet geoordeeld kan worden dat verlenging van de GVM-status ‘hoog’ op de C grond niet in redelijkheid heeft kunnen plaatsvinden. Aangezien de liquidatiedreiging C reeds voldoende is voor plaatsing op de GVM-lijst (hoog), kan beoordeling van factor (E) ‘ondermijning’ achterwege blijven. De vorderingen van [eiser] om hem van de GVM-lijst te verwijderen, subsidiair liquidatiegevaar niet meer langer aan te nemen en meer subsidiair hem af te schalen naar categorie ‘verhoogd’ zullen dan ook worden afgewezen.
5.De beslissing
[eiser]in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;