8.4.Het oordeel van de rechtbank
Juridisch kader immateriële schade
Affectieschade is schade in verband met het verdriet om het overlijden of het door ernstig en blijvend letsel gekwetst raken van een naaste. Voor de in artikel 6:107, tweede lid, en artikel 6:108, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde naasten van slachtoffers is het mogelijk om een (forfaitaire) vergoeding van affectieschade te vorderen indien sprake is van overlijden of ernstig en blijvend letsel van het slachtoffer. Het bedrag dat voor toekenning voor vergoeding van deze affectieschade in aanmerking komt, is bij het Besluit vergoeding affectieschade vastgesteld. Volgens artikel 1, eerste lid, van dit Besluit geldt, in het geval van overlijden door een misdrijf, een vergoeding van € 20.000,00 voor een minderjarig kind en levensgezel.
De rechtbank stelt vast dat het overlijden van het slachtoffer het gevolg is geweest van het handelen van de verdachte. De rechtbank stelt voorts vast dat [benadeelde 2] en [benadeelde 3] als minderjarige kinderen van het slachtoffer tot de kring van gerechtigden horen en aldus een wettelijk recht hebben op vergoeding van affectieschade. Ook [benadeelde 1] behoort als levensgezel tot de kring van gerechtigden en heeft een wettelijk recht op vergoeding van affectieschade. Hiermee is de grond voor vergoeding van affectieschade gegeven. Het door de benadeelde partijen gevorderde bedrag van telkens € 20.000,00 is in overeenstemming met het Besluit vergoeding affectieschade. De rechtbank zal de door de benadeelde partijen gevorderde bedragen aan affectieschade daarom toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2022.
Nu de vorderingen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Schadevergoedingsmaatregelen
[benadeelde 1]
De verdachte zal voor de onder 1 primair impliciet subsidiair en onder 2 bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 20.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 december 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 1] .
[benadeelde 2]
De verdachte zal voor de onder 1 primair impliciet subsidiair en onder 2 bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 20.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 december 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 2] .
[benadeelde 3]
De verdachte zal voor de onder 1 primair impliciet subsidiair en onder 2 bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 20.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 december 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde 3] .
Aantal dagen gijzeling
De rechtbank zal conform artikel 36f, vijfde lid, Sr en artikel 6:4:20 Sv bij het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel bepalen voor welke duur gijzeling kan worden toegepast bij niet of niet volledige betaling. Nu de duur van de gijzeling gelet op artikel 60a Sr en artikel 24c, derde lid, Sr in totaal maximaal één jaar mag belopen, zal de rechtbank het aantal dagen gijzeling per schadevergoedingsmaatregel naar rato van het toegewezen bedrag bepalen.