Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. Eiser, die stelt geboren te zijn in 1993 en de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die op 11 maart 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 24 juni 2025 heeft gesloten.
In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het onderzoek. De rechtbank beoordeelde of het voortduren van de maatregel sinds 16 april 2025 rechtmatig was. Eiser voerde aan dat de minister onvoldoende voortvarend handelde, aangezien zijn gedwongen uitzetting pas op 7 juli 2025 gepland stond, ondanks bevestiging van zijn nationaliteit door de Algerijnse diplomatieke vertegenwoordiging.
De rechtbank oordeelde echter dat de minister voldoende voortvarend handelde. Uit het voortgangsrapport bleek dat eiser op 3 juni 2025 was gepresenteerd bij de Algerijnse diplomatieke vertegenwoordiging, waar zijn nationaliteit was bevestigd. De rechtbank concludeerde dat er geen onrechtmatigheid was in het voortduren van de maatregel van bewaring en verklaarde het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.