ECLI:NL:RBDHA:2025:11274

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
R.09/25/1027
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) aan de heer verzoeker, met vaststelling van de termijn en benoeming van de bewindvoerder

Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van de heer verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De heer verzoeker heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Tijdens de zitting op 10 juni 2025 zijn de heer verzoeker en zijn schuldhulpverleners verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer verzoeker voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de vereiste van te goeder trouw zijn bij het ontstaan van de schulden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een eerdere ingangsdatum van de WSNP vast te stellen, aangezien de heer verzoeker hier zelf geen verzoek toe heeft gedaan en de schuldhulpverlening van de gemeente Den Haag geen afloscapaciteit heeft vastgesteld. De rechtbank heeft de WSNP-toewijzing uitgesproken en de termijn van de regeling vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf 17 juni 2025. Tevens zijn alle gelegde beslagen komen te vervallen. De rechtbank heeft mr. drs. J.C.A.T. Frima benoemd tot rechter-commissaris en een bewindvoerder aangesteld. De bewindvoerder is belast met het inzien van de post van de heer verzoeker gedurende de eerste dertien maanden van de WSNP.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: R.09/25/1027
vonnis van 17 juni 2025
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 10 juni 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- [naam 1] en [naam 2] , schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
Door de heer [verzoeker] is geen verzoek gedaan tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum, omdat schuldhulpverlening van de gemeente Den Haag meent dat toewijzing van een dergelijk verzoek niet mogelijk is, als geen sprake is van afloscapaciteit en volledige arbeidsongeschiktheid. De rechtbank houdt schuldhulpverlening voor dat uit gepubliceerde uitspraken, onder meer van de rechtbank Den Haag, blijkt dat ook als geen sprake is van afloscapaciteit een eerdere ingangsdatum kan worden toegewezen. Dat schuldhulpverlening hier niet mee bekend is kan de schuldhulpverlening van de gemeente Den Haag worden aangerekend. De rechtbank stelt vast dat de heer [verzoeker] niet heeft verzocht om een eerdere ingangsdatum, terwijl ook op basis van de ingediende stukken en hetgeen ter zitting is besproken er geen aanleiding is om een eerdere ingangsdatum vast te stellen.
2.4.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdracht verplichting.
2.5.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker] .
2.6.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboortedatum] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 17 juni 2025;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. drs. J.C.A.T. Frima en tot bewindvoerder:
N.N. van Klaveren (Advocatenkantoor Loeff)
Postbus 136
2990 AC Barendrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van mevrouw [naam 3] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2025.