In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2025, wordt het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had op 10 juni 2024 een verzoek ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo) om informatie openbaar te maken over de 'European Peace Facility' (EPF). Dit verzoek was omvangrijk en omvatte tienduizenden documenten. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de minister van Buitenlandse Zaken, niet tijdig heeft beslist op het verzoek. De rechtbank stelt vast dat er regelmatig communicatie heeft plaatsgevonden tussen partijen over de voortgang van het verzoek, maar dat de omvang en complexiteit van het verzoek een tijdige beslissing in de weg stonden.
De rechtbank bepaalt dat verweerder voor 1 juli 2025 een besluit moet nemen op het verzoek. Tevens wordt er een dwangsom opgelegd van € 1,- per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 100,-. De rechtbank overweegt dat verweerder zich proactief heeft opgesteld en dat er geen sprake is van een situatie die een hogere dwangsom rechtvaardigt. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 907,-, en moet het griffierecht van € 187,- aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.