ECLI:NL:RBDHA:2025:11040

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
10259656
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing proceskostenvergoeding na vernietiging administratieve sanctie

In deze zaak is in geschil of de officier van justitie terecht heeft afgezien van het toekennen van een proceskostenvergoeding na de vernietiging van een administratieve sanctie. De kantonrechter heeft op 21 mei 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. B. de Jong, aanwezig was. De officier van justitie had eerder de sanctie vernietigd, maar geen proceskostenvergoeding toegekend. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie vernietigd, waarbij alsnog een proceskostenvergoeding is toegekend. De kantonrechter heeft de proceskosten berekend op € 1.392,25, gebaseerd op de werkzaamheden van de gemachtigde in de administratieve fase en de zittingen. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier D.C. Carsten. De betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
CJIB-nummer: 233860958
Registratienummer team straf: 10259656 MB VERZ 22-21542
Uitspraakdatum : 21 mei 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [plaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. B. de Jong (Skandara)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd. De gemachtigde heeft namens betrokkene daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de beschikking waarbij de sanctie is opgelegd, alsnog vernietigd. Daarbij is geen vergoeding van de proceskosten toegewezen. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld om op de zitting van 21 mei 2025 de standpunten nader toe te lichten. Namens gemachtigde is [naam] ter zitting verschenen. Namens de officier van justitie is een zittingsvertegenwoordiger verschenen.

Overwegingen

In deze zaak is alleen nog in geschil of de officier van justitie terecht heeft afgezien van het toekennen van een proceskostenvergoeding.
Blijkens de beslissing van 14 september 2022 heeft de officier van justitie het verzoek om een vergoeding van de proceskosten afgewezen.
Op grond van artikel 13a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is de kantonrechter bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de rechtbank, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Daarbij zijn de artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van overeenkomstige toepassing.
Ter zitting voert gemachtigde van betrokkene aan dat wordt verzocht om een niet-ontvankelijkverklaring en toekenning van een proceskostenvergoeding over de administratieve fase. Er is verder geen procesbelang meer, aldus de gemachtigde.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat de boete inderdaad al is vernietigd maar dat er geen antwoordkaart is ontvangen zodat het beroep niet is ingetrokken. Zij geeft de kantonrechter dan ook in overweging om het beroep gegrond te verklaren en alsnog een proceskostenvergoeding toe te kennen.
De kantonrechter overweegt dat het beroep bij de kantonrechter gegrond is en zal de beslissing van de officier van justitie op het verzoek tot vergoeding van de proceskosten vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Proceskosten
Nu de inleidende beschikking is vernietigd, komt gemachtigde voor het indienen van het administratief beroepschrift en het beroep bij de kantonrechter een vergoeding van de proceskosten toe. De proceskostenvergoeding is als volgt berekend:
  • administratief beroepschrift: 1 punt t.w.v. € 647,00;
  • (telefonische) hoorzitting: 0,5 punt t.w.v. 647,00;
  • beroepschrift kantonrechter: 1 punt t.w.v. € 907,00;
  • zitting kantonrechter: 1 punt t.w.v. € 907,00.
De kantonrechter zal de officier van justitie dus veroordelen in de kosten tot een bedrag van:
(1,5 x 647 x 0,5) + (2 x 907 x 0,5) = € 485,25 + € 907,00 = € 1.392,25.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene, ter hoogte van € 1.392,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.R. van Hattum, kantonrechter, bijgestaan door
D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.