ECLI:NL:RBDHA:2025:1096

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
C/09/670213 HA ZA 24-636
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor ondeugdelijk werk en schadevergoeding

In deze zaak vorderen eisers, [eisers] c.s., schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde], wegens ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden in het kader van een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van hun woning. De rechtbank heeft op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de eisers stellen dat de gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat de uitgevoerde werkzaamheden gebreken vertonen. De procedure begon met een dagvaarding op 25 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim is geraakt door niet tijdig herstelwerkzaamheden uit te voeren, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld. De rechtbank heeft de gebreken in de uitvoering van de werkzaamheden, zoals vastgesteld in een rapport van Top Expertise, als vaststaand aangenomen. De eisers hebben aanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding, die is begroot op € 40.002,60, en hebben ook kosten voor expertises en buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst en heeft hem veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 15.703,94, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de expertisekosten en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zittingsplaats Den Haag
Zaaknummer: C/09/670213 / HA ZA 24-636
Vonnis van 15 januari 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat: mr. S.M. Depmann, te Den Bosch,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat: mr. H. Yuce, te Den Haag.
Eisers worden hieronder gezamenlijk aangeduid als ‘ [eisers] c.s.’ en gedaagde als ‘ [gedaagde] ’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 juni 2024, met producties 1 tot en met 16, en de hersteldagvaarding van 16 juli 2024;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- het tussenvonnis van 30 oktober 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald op 21 november 2024;
- de akte aanvullende producties van [eisers] c.s., met producties 17 tot en met 20;
- de akte aanvullende productie van [gedaagde] , met productie 6;
- de akte aanvullende productie van [eisers] c.s., met productie 21;
- de akte aanvullende productie van [gedaagde] , met productie 7.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2024 hebben partijen hun standpunten toegelicht en hebben zij vragen van de rechtbank beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is de datum voor vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] dreef de eenmanszaak [bedrijfsnaam 1] , die volgens het overgelegde uittreksel uit het handelsregister bij de Kamer van Koophandel als activiteit onder meer het ‘onderhouden en renoveren van woningen’ had.
2.2.
[eisers] c.s. hebben [gedaagde] benaderd om hun woning te verbouwen.
2.3.
[gedaagde] heeft op 22 februari 2022 twee offertes uitgebracht. Eén offerte vermeldt een aanneemsom van € 55.000 (inclusief btw) en is inclusief de plaatsing van een serre. De andere offerte noemt een aanneemsom van € 42.300 (inclusief btw). De serre is daarin niet opgenomen en verder zijn voor enkele werkzaamheden lagere bedragen gerekend.
2.4.
Partijen hebben, eveneens op 22 februari 2022, een aannemingsovereenkomst gesloten op basis van de laagste offerte. De verbouwingswerkzaamheden zijn in mei 2022 aangevangen.
2.5.
[gedaagde] heeft voor zijn werkzaamheden op 12 mei 2022 en 13 juli 2022 facturen gestuurd voor € 32.569,57 (inclusief btw) en € 7.865 (inclusief btw).
2.6.
[eisers] c.s. hebben in totaal € 35.439,31 aan [gedaagde] betaald.
2.7.
De verbouwingswerkzaamheden zijn hangende de verbouwing gestagneerd en niet meer afgerond.
2.8.
Op 1 juni 2023 hebben [eisers] c.s. [gedaagde] in gebreke gesteld ten aanzien van 37 punten. Vervolgens is met [gedaagde] afgesproken dat hij het werk zou hervatten en afronden. Hier is het niet van gekomen.
2.9.
Op 1 januari 2024 is de eenmanszaak van [gedaagde] uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
2.10.
[eisers] c.s. hebben Top Expertise ingeschakeld, dat op 10 januari 2024 onderzoek heeft uitgevoerd naar gebreken en herstelkosten. Top Expertise heeft op 18 januari 2024 een rapport uitgebracht (hierna: het rapport Top Expertise).
2.11.
De bevindingen in het rapport Top Expertise zijn, samengevat en voor zover van belang, als volgt:
Zolder
In de offerte is opgenomen de zolderkamer isoleren, afbreken van huidige constructie, aanpassen van de wanden en uitbreiden door additionele vloeroppervlakte te creëren boven de trap en het uitbouwen, aanpassen en isoleren dakkapel. Hiervoor is een bedrag geoffreerd van € 9.020,-- exclusief btw. (…)Wij constateren dat deze werkzaamheden niet zijn uitgevoerd en de geringe werkzaamheden die wel zijn uitgevoerd niet goed en deugdelijk zijn uitgevoerd.
De aannemer heeft de bestaande scheidingswand ingekort en niet verwijderd en vervangen, zie foto 1 van de fotobijlage. Het wanddeel dat is gehandhaafd is nu ontzet geraakt en staat wat scheef. Deze wand moet alsnog worden verwijderd en worden vervangen door een nieuwe kortere wand. De nieuwe wand moet aan beide zijde worden gestuukt en gesausd. Het kozijn aan de bovenkant van de trap is niet goed en deugdelijk geplaatst. Het kozijn staat los en ondeskundig gemonteerd middels onbehandelde houten balken, zie foto 2. Het kozijn en de deur moet worden verwijderd en deugdelijk worden teruggeplaatst.
Het trapgat is rondom niet afgetimmerd, zie foto 3.
Het hekje ter afscheiding van het trapgat is niet aangebracht en de laminaatvloer is niet aangebracht, zie foto 4.
De wandcontactdoos in de wand is niet aangesloten.
De overeengekomen en gefactureerde isolerende aanpassingen aan de dakkapel is in het geheel niet uitgevoerd.
Samenvattend is de gehele post die betrekking heeft op de 2e verdieping en dakkapel niet uitgevoerd. Deze werkzaamheden moeten nog volledig (opnieuw) worden uitgevoerd.
Eerste verdieping
In de offerte is hiervoor opgenomen: in de slaapkamer 1 een geluidsisolatiewand en voorzetwand plaatsen en afwerken met behang. In slaapkamer 2 voorgevel isoleren door middel van het maken van voorzetwand inclusief isolatie en afwerken met hout en schilderen met tex RAL 9010. De geoffreerde kosten bedragen €2.397,-- exclusief btw.
Wij constateren dat het plafond en de trapgatafwerking niet zijn afgewerkt, zie foto 5. Dit moet alsnog plaatsvinden. (…)
Wij constateren dat er geen dimmer is aangebracht en de spotjes niet dimbaar zijn. Dit moet alsnog plaatsvinden.
Voorts constateren wij schade aan de laminaatvloer en de trap treden. Er is sprake van bruine lijmvlekken, zie foto 6 en 7. De vlekken moeten worden verwijderd. De plinten rondom de laminaatvloer zijn beschadigd vanwege het wegtrekken van beschermingstape, zie foto 8. De plinten moeten ons inziens worden vervangen.
Hal
In de offerte is opgenomen het maken van een scheidingswand inclusief zijramen en tussendeur in de hal en het aanpassen van de vloer ten behoeve van de droogloopmat, het schilderen van
de hal en de scheidingswand met tex RAL9O1O. De geoffreerde kosten bedragen € 2.500,-- exclusief btw.
Wij constateren dat de scheidingswand en het kozijn met deur ondeugdelijk zijn aangebracht. Het kozijn staat los en is wat ontzet geraakt en is bevestigd aan onbehandelde ruwe houten
balken. Het zijpaneel is uitermate ruw uitgevoerd en kan niet meer op juiste wij ze worden afgewerkt, zie foto 9 t/m 11.
Het kozijn en deurpaneel moeten worden verwijderd en opnieuw en deugdelijk worden aangebracht.
De plinten zijn niet geleverd en aangebracht, zie foto 12.(…)
Woonkamer
In de offerte is opgenomen het maken van een cinewall met WCD-aansluitingen en lichtspotjes in de kast, het verlagen van het plafond in de woonkamer zodat die gelijk is met het plafond
van de uitbouw, het inbouwen van lichtspotjes en aan de rand indirecte verlichting, het schilderen van de woonkamer met tex RAL 9010. De geoffreerde kosten zijn € 8.500,-- exclusief btw.
Wij constateren dat de cinewall slordig en esthetisch niet acceptabel is gemaakt, ons inziens is er geen sprake van goed en deugdelijk werk. De hoeken lopen ongelijk, de afwerking is ruw
en bonkig en brokkelt af. Omdat de maatvoering van de tv niet correspondeerde, heeft aannemer een stuk weggebroken om de tv te kunnen plaatsen. Tevens corresponderen de spotjes in de
woonkamer niet met de spotjes in de cinewall. Voor een overzicht van deze gebreken, zie foto 13 tlm 18.(…) Wel zijn wij van oordeel dat de cinewall zodanig slecht is gemaakt dat deze moet
worden gedemonteerd en moet worden vervangen.Het schilderwerk op de wanden en plafonds van de hal en de woonkamer is niet deugdelijk uitgevoerd. De wanden zijn ruw, korrelig, vertonen oneffenheden en putten en voldoen niet aan
de daaraan te stellen eis van goed en deugdelijk werk. (…) Ons inziens moeten de wanden worden geschuurd en opnieuw worden gesausd.
In de woonkamer is een kabel aangebracht voor een satellietaansluiting. Deze kabel hangt los en is niet weggewerkt, zie foto 19 en 20. Dit moet alsnog plaatsvinden.
Bij de koof van de verlaagde plafonds heeft de aannemer ledstrips met adapters aangebracht. De led-strips hangen los en de adapters zijn in het zicht aangebracht, zie foto 21 en 22. De led
strips en de adapters moeten worden weggewerkt.
Een elektraschakelaar wijkt af van kleur en vorm en moet ons inziens worden vervangen, zie foto 23.
Wij constateren dat een stopcontact niet functioneert en dat er geen spanning op staat. Voor herstel moet ons inziens nieuwe bedrading worden aangebracht.
Enkele spotjes in het plafond hangen los en enkele sparingen voor de spotjes zijn te groot gemaakt en worden niet afgedekt door de flens van het spotje, zie foto 24, 25 en 26 Voor herstel
moeten de sparingen worden gerepareerd en moeten de spotjes deugdelijk worden geplaatst.
(…)
Indien het aanbrengen van plinten tot de overeenkomst en/of een mondelinge afspraak behoort, zijn de plinten niet deugdelijk aangebracht. De plinten komen los en bij de hoeken ontbreken
de plinten, zie foto 28, 29 en 30. De plinten moeten worden deugdelijk worden aangebracht en/of hersteld.
(…)
De aannemer heeft verzuimd om de afgedopte leidingen te verwijderen, deze komen nu in het zicht, zie foto 31. Deze leidingen moeten ons inziens alsnog worden verwijderd. Hiervoor moet een vloertegel worden verwijderd en moeten de leidingen tot onder de vloer worden verwijderd.
Keuken
In de offerte is voor de keuken omschreven: het aanpassen van elektra, waterleidingen en afvoer conform het aansluitschema van de nieuwe keuken die geleverd wordt door Keukenconcurrent.
De werkzaamheden omvatten alle sloopwerken, aanpassingen, benodigde materialen, afvoeren van puin en aansluiten van de GWE, het voorstrijken en stuken van de muren, vaste kast in de keuken aanpassen, het betegelen van de keukenvloer inclusief alle materialen en benodigdheden, het aanpassen van de
verwarming in de keuken, het installeren van de nieuwe keuken inclusief alle bevestigingsmaterialen en kitwerk en het schilderen van de keuken met tex RAL 9010. De geoffreerde kosten bedragen € 6.500,-- exclusief btw.
(…)
Wel constateren wij dat de kastdeur, die buiten heeft gestaan, aan de onderzijde door water
intreding is beschadigd, zie foto 32. Deze deur moet worden vervangen.
Uw cliënten verklaren dat in de kast onder de trap vakken zouden worden gemaakt en dat dit niet heeft plaatsgevonden. Het is juist dat er geen vakken zijn gemaakt, zie foto 33. Ons inziens moeten alsnog vakken/schappen worden gemaakt.
Van de nieuw geleverde keuken staan twee hoge kasten los. Deze kasten moeten nog worden vastgezet door de aannemer.
Vergelijkbaar als in de woonkamer en hal is het schilderwerk ondeugdelijk uitgevoerd en moet opnieuw plaatsvinden. De gevelkozijnen zijn niet geschilderd. Dit moet alsnog plaatsvinden.
Tegen de achterwand, boven het kookgedeelte, moet een hogerpaneel worden geplaatst om vetspatten op de muur tegen te gaan. (...)Deze spatwand moet nog worden aangebracht.
De keuken is niet volledig gemonteerd. De plinten ontbreken, het frontje van de vaatwasser is niet
geplaatst en de vulpanelen zijn niet geplaatst, zie foto 34 t/m 36.Dit moet alsnog plaatsvinden.
In het bestaande plafond van de keuken was een afzuigventiel aanwezig voor de mechanische afzuiginstallatie in de woning. De aannemer heeft een verlaagd plafond aangebracht en heeft
het afzuigventiel niet verlengd tot in het verlaagde plafond, zie foto 37. Op deze wijze ontbreekt de noodzakelijke afzuiging.(…) Voor herstel moet het plafond worden opengemaakt, moet de
leiding worden verlengd en moet een nieuw afzuigventiel in het verlaagde plafond worden aangebracht.
Bij het gevelkozijn ontbreekt nog de vensterbank. Deze moet alsnog worden geplaatst, zie foto 38.
Het plafond boven de kastjes is niet deugdelijk afgewerkt. Daar zit nog een gat, zie foto 39. Dit moet alsnog worden dichtgezet en worden afgewerkt.
2.12.
In het rapport Top Expertise worden de kosten van herstel begroot op € 11.491, 45 (inclusief btw) en de kosten van het afmaken van het werk op € 13.068 (inclusief btw), tezamen dus € 24.559,45 (inclusief btw).
2.13.
[eisers] c.s. hebben vervolgens voor de uit te voeren werkzaamheden een offerte gevraagd aan het bedrijf [bedrijfsnaam 2] te Den Haag. In die offerte worden de kosten gesteld op € 39.528,75 (inclusief btw).
2.14.
Bij e-mailbericht van 13 februari 2024 hebben [eisers] c.s. het rapport Top Expertise aan [gedaagde] toegestuurd en hem bericht dat zij niet langer nakoming van de overeenkomst wensen, maar aanspraak maken op vervangende schadevergoeding van € 39.528,75 en expertisekosten van € 2.420,-, tezamen € 41.948,75.
2.15.
Op 28 februari 2024 hebben [eisers] c.s. naar aanleiding van het rapport Top Expertise enkele nieuwe gebreken gemeld aan [gedaagde] en hem ten aanzien van deze gebreken (ook) in gebreke gesteld. Het betreft de volgende gebreken:
Zolder
Kozijn en deur zijn niet goed geplaatst;
Trapgat is niet goed afgetimmerd;
Hekje ter afscheiding trapgat is niet aangebracht.
1e verdieping
Schade op de trap en laminaatvloer moet nog worden verwijderd;
Plinten moeten worden vervangen.
Keuken
Bij het kozijn ontbreekt de vensterbank.
2.16.
[gedaagde] is, ondanks de hem gegeven mogelijkheid daartoe, (opnieuw) niet tot herstel overgegaan.
2.17.
[eisers] c.s. hebben daarop een offerte aangevraagd voor alle uit te voeren werkzaamheden. Het bedrijf [bedrijfsnaam 3] te Rotterdam heeft op 25 mei 2024 een offerte uitgebracht waarin de kosten worden gesteld op € 40.002,60 (inclusief btw).
2.18.
Bij e-mailbericht van 30 mei 2024 hebben [eisers] c.s. aan [gedaagde] bericht dat zij ook ten aanzien van deze nieuwe gebreken niet langer nakoming van de overeenkomst wensen, maar aanspraak maken op vervangende schadevergoeding van € 40.002,60 (inclusief btw). Daarnaast wensen zij terugbetaling van € 1.445,00 voor te veel betaalde btw. In het e-mailbericht sommeren zij [gedaagde] om binnen 15 dagen € 41.477,60 te betalen.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] c.s. vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt:
primair
1) tot betaling van € 41.512,60, althans € 26.069,45, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
2) tot betaling van € 1.190,13, althans € 1.035,69 aan buitengerechtelijke incassokosten;
3) tot betaling van € 2.420,00 aan expertisekosten;
subsidiair
1) tot nakoming van de overeenkomst door uitvoering van (herstel)werkzaamheden genoemd op pagina 13 en 14 van het rapport Top Expertise, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] niet aan het voorgaande voldoet, met een maximum van€ 50.000,-;
2) tot betaling van € 3.506,50, althans € 1.800,40, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
3) tot betaling van € 475,65, althans € 270,06 aan buitengerechtelijke incassokosten;
4) tot betaling van € 2.420,00 aan expertisekosten;
primair en subsidiair
tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Aan deze vorderingen leggen [eisers] c.s. – samengevat – het volgende ten grondslag. [eisers] c.s. hebben met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten voor de verbouwing van hun woning. [gedaagde] heeft de werkzaamheden niet volledig uitgevoerd en de wel uitgevoerde werkzaamheden zijn ondeugdelijk uitgevoerd. [gedaagde] heeft, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet alsnog de (herstel)werkzaamheden uitgevoerd, en is daardoor in verzuim. [eisers] c.s. hebben [gedaagde] schriftelijk meegedeeld dat zij in plaats van nakoming vervangende schadevergoeding willen. Daarnaast is er bij de uitvoering van de werkzaamheden schade veroorzaakt, die [eisers] c.s. ook vergoed willen hebben. [eisers] c.s. stellen de (vervangende) schade op € 40.002,60 (inclusief btw), gebaseerd op de offerte van [bedrijfsnaam 3] te Rotterdam, dan wel op € 24.559,45 (inclusief btw) zoals begroot in het rapport Top Expertise. Daarnaast heeft [gedaagde] volgens [eisers] c.s. € 1.500,- te veel in rekening gebracht door de btw over minderwerk (€ 945,-) niet in mindering te brengen en een te hoog btw-tarief te rekenen voor schilderwerk (geschat op € 565,-). Ook maken [eisers] c.s. aanspraak op vergoeding van de gemaakte expertisekosten voor het onderzoek door Top Expertise, omdat dit redelijke kosten zijn ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Tot slot zijn er incassowerkzaamheden verricht. Ook de daarmee verband houdende kosten dient [gedaagde] te vergoeden, aldus [eisers] c.s.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] niet binnen de hem bij e-mailberichten van 13 februari 2024 en 30 mei 2024 gestelde termijnen tot herstel en afronding van de werkzaamheden is overgegaan, waardoor hij in verzuim is geraakt. [eisers] c.s. waren daarom gerechtigd [gedaagde] te laten weten dat zij geen nakoming meer wensen, maar vervangende schadevergoeding op grond van artikel 6:87 Burgerlijk Wetboek (BW). Daarmee is nakoming door het alsnog uitvoeren van (herstel)werkzaamheden een gepasseerd station.
4.2.
[eisers] c.s. stellen de kosten van herstel, inclusief de door de werkzaamheden van [gedaagde] aan hun woning veroorzaakte schade, en het afmaken van het werk op € 40.002,60, dan wel op € 24.559,45. [gedaagde] voert verweer tegen (de hoogte van) bepaalde schadeposten. Daarnaast voert hij aan dat bepaalde posten buiten de aannemingsovereenkomst vallen en reeds daarom niet voor vergoeding in aanmerking komen.
4.3.
De rechtbank zal hierna eerst beoordelen welke van de tussen partijen ter discussie staande posten wel en niet tot de aannemingsovereenkomst behoren. Daarna zal de rechtbank beoordelen welke (van de overgebleven) schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen.
Welke werkzaamheden maken deel uit van de aannemingsovereenkomst?
4.4.
Partijen hebben op de zitting desgevraagd bevestigd dat de offerte van 22 februari 2022 voor het bedrag van € 42.300,- (inclusief btw) moet worden gezien als de aannemingsovereenkomst. De rechtbank begrijpt dat tussen partijen discussie bestaat of de volgende werkzaamheden onder deze overeenkomst vallen en/of daarover aanvullende afspraken zijn gemaakt:
Hal
Plinten niet geleverd en aangebracht.
Woonkamer
Plinten niet geleverd en aangebracht;
Elektraschakelaar wijkt af van kleur en vorm;
Afgedopte leidingen moeten worden verwijderd.
Keuken
Vakkenkast;
Schilderen kozijnen.
1e verdieping
Dimmer niet aangebracht en spotjes niet dimbaar.
Zolder
Hekje ter afscheiding trapgat;
laminaatvloer aanbrengen.
Plinten (hal en woonkamer), hek en laminaatvloer (zolder)
4.5.
Ten aanzien van de post ‘plinten niet geleverd en aangebracht’ (in de hal en woonkamer) is volgens [gedaagde] niet overeengekomen dat hij plinten zou aanbrengen. De door hem geoffreerde prijs voor de hal respectievelijk de woonkamer zou in dat geval hoger zijn geweest. Hetzelfde geldt voor de posten ‘hekje ter afscheiding trapgat’ en ‘laminaatvloer aanbrengen’ (op de zolder).
4.6.
De rechtbank stelt voorop dat deze posten niet terug zijn te vinden in de offerte. Tegen het verweer van [gedaagde] dat de offerteprijs hoger zou zijn geweest als deze posten er wel onder zouden vallen, heeft [eisers] c.s. onvoldoende ingebracht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze posten niet onder de aannemingsovereenkomst vallen. Van een tekortkoming van [gedaagde] ten aanzien van deze posten is dan ook geen sprake.
Elektraschakelaar en afgedopte leidingen (woonkamer)
4.7.
Wat betreft de post ‘elektraschakelaar’ die afwijkt qua kleur en vorm, heeft [gedaagde] gesteld dat het vervangen van de schakelaar niet was overeengekomen, maar dat hij die uit goede wil (en zonder daar een vergoeding voor te vragen) heeft geplaatst, omdat de oude schakelaar niet goed was. Hetzelfde geldt voor de post ‘afgedopte leidingen’. [gedaagde] heeft de leidingen uit goed wil afgedopt, maar de vervolgwerkzaamheden komen daarom niet (ook) voor zijn rekening.
4.8.
De rechtbank stelt voorop dat ook geen van deze posten terug te vinden is in de offerte. [eisers] c.s. hebben het verweer van [gedaagde] , dat hij de werkzaamheden in feite gratis en voor niets heeft verricht om hen te helpen, onvoldoende weersproken. Dat [gedaagde] een paar kleinere werkzaamheden naar zich toe heeft getrokken, zonder daar geld voor te vragen, wil nog niet zeggen dat hij dat werk onzorgvuldig mag doen. Maar in dit geval kan niet van [gedaagde] worden verlangd dat hij (ook gratis) extra leidingwerk en een schakelaar naar smaak van [eisers] c.s. moet verzorgen. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat deze punten niet onder de aannemingsovereenkomst vallen. Van een tekortkoming van [gedaagde] ten aanzien van deze posten is dan ook geen sprake.
Vakkenkast (keuken)
4.9.
Over de post ‘vakkenkast’ in de keuken heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij deze kast heeft geleverd, met verwijzing naar foto 33 van het rapport Top Expertise, maar dat er geen afspraken zijn gemaakt over het maken van vakken.
4.10.
De rechtbank merkt op dat de offerte vermeldt ‘vaste kast in de keuken aanpassen’. Daaruit blijkt niet op welke manier de kast moet worden aangepast. In het e-mailbericht van 1 juni 2023 van [eisers] c.s. met de ingebrekestelling staat hierover: ‘kast in de keuken, daar niks mee gedaan. Daar zouden vakjes gemaakt worden als opslag’. Op de zitting hebben [eisers] c.s. toegelicht dat het de bedoeling was om een voorraadkast met vakken te maken. [gedaagde] heeft dit op de zitting niet (meer) betwist en aangegeven dat hij de planken voor de vakkenkast nog heeft liggen. De planken zouden aan de muur komen, maar dat zou tot gevolg hebben dat [eisers] c.s. nauwelijks meer in de kast konden staan. [gedaagde] heeft er daarom voor gekozen een aparte kast in de voorraadkast te zetten. De rechtbank constateert dat het om een zeer eenvoudige en relatief kleine kast met vakken gaat. Dat dit niet voldoet aan de verwachtingen van [eisers] c.s. kan de rechtbank – gelet op genoemde foto 33 – wel vaststellen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde] op dit punt tekort is geschoten.
Kozijnen schilderen
4.11.
Ten aanzien van de post ‘kozijnen schilderen’ voert [gedaagde] aan dat de afspraak was om de muren van de keuken te schilderen met tex RAL9010, en dat het schilderen van de kozijnen hier dus niet onder valt, zoals hij ook aan [eisers] c.s. zegt te hebben gecommuniceerd.
4.12.
De rechtbank constateert dat in de offerte is opgenomen ‘schilderen van de keuken met tex RAL 9010’. Hieruit blijkt niet dat het schilderwerk beperkt zou zijn tot de muren van de keuken. [eisers] c.s. mochten ervan uitgaan dat de keuken als geheel zou worden geschilderd, waaronder ook de kozijnen. Een andere uitleg van de offerte zou immers betekenen dat de kozijnen wat betreft kleur en staat van het schilderwerk zouden afwijken van het overige schilderwerk in de keuken. Dit ligt gezien de omvang van de verbouwing van de keuken niet in de rede. Dat [gedaagde] aan [eisers] c.s. heeft gecommuniceerd dat de kozijnen zijn uitgezonderd van het te verrichten schilderwerk, blijkt ook niet uit de stukken in het dossier. Het schilderen van de kozijnen in de keuken maakt naar het oordeel van de rechtbank dan ook deel uit van de aannemingsovereenkomst. [gedaagde] is tekortgeschoten in de uitvoering daarvan.
Dimmer
4.13.
Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat in plaats van de scheidingswand naar zolder voor een andere oplossing is gekozen, namelijk een verlaagd plafond met spotjes. Volgens [gedaagde] heeft hij uit coulance een dimmer geplaatst en was hierover niets afgesproken, maar waren [eisers] c.s. akkoord. De rechtbank leidt hieruit af dat de spotjes en het verlaagde plafond in een later stadium tussen partijen zijn overeengekomen. Uit de plaatsing van de dimmer door [gedaagde] leidt de rechtbank bovendien af dat het de bedoeling van partijen was dat de spotjes dimbaar waren. Deze post maakte naar het oordeel dan ook deel uit van de (gewijzigde) overeenkomst. [eisers] c.s. betwisten niet dat [gedaagde] een (druk) dimmer heeft geplaatst. [gedaagde] is daarom alleen tekortgeschoten in het plaatsen van dimbare spotjes.
Minderwerk
4.14.
Tussen partijen is niet in geschil dat hangende de uitvoering van de werkzaamheden de geoffreerde post ‘dakkapel’ is komen te vervallen. De daarmee verband houdende werkzaamheden behoefden daarom niet meer te worden uitgevoerd en maken niet langer deel uit van de overeenkomst. Het gaat – kort gezegd – om minderwerk.
Zijn de overeengekomen werkzaamheden (on)deugdelijk uitgevoerd?
4.15.
[eisers] c.s. baseren zich voor de gebreken op het rapport Top Expertise. [gedaagde] voert allereerst als verweer dat hij geen professionele aannemer is, maar een amateur. [eisers] c.s. wisten dit en zijn akkoord gegaan met de prijs/kwaliteitverhouding die bij een amateurklusser hoort.
4.16.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] wel degelijk als professionele aannemer moet worden gezien. Van belang is dat [gedaagde] bij de Kamer van Koophandel stond ingeschreven met zijn eenmanszaak met als activiteit het ‘onderhouden en renoveren van woningen’. [gedaagde] verdiende daarmee een inkomen. Hij verrichtte, naast de klus van [eisers] c.s., ook andere klussen. De relatie tussen partijen (voormalig buurtgenoten) en de – volgens [gedaagde] – minder hoge aanneemsom doen hier niet af. [gedaagde] heeft op de zitting gezegd dat hij geen diploma’s heeft, maar dat was [eisers] c.s. niet bekend. [gedaagde] heeft zich dus als professionele aannemer gepresenteerd en moet aan de kwaliteitseisen van een professioneel aannemer voldoen.
4.17.
[gedaagde] heeft enkele gebreken uit het rapport Top Expertise erkend. Zo heeft hij erkend dat hij de bekabeling en de adapters voor de spotjes nog moest wegwerken en de uitsparingen moest aanpassen. Ook klopt het volgens hem dat de afmetingen voor de cinewall onjuist waren zodat de televisie er (in eerste instantie) niet in paste. De overige gebreken heeft [gedaagde] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd betwist. [gedaagde] heeft geen contra-expertise laten uitvoeren en ook anderszins zijn verweer niet of onvoldoende onderbouwd.
4.18.
De rechtbank neemt de in het rapport Top Expertise vermelde gebreken (voor zover deze onderdeel uitmaken van de aannemingsovereenkomst) daarom als vaststaand aan.
Gevolgschade
4.19.
Ook de in het rapport Top Expertise genoemde schade aan de laminaatvloer en de traptreden, in de vorm van bruine lijmvlekken of purvlekken, en de schade aan de plinten rondom de laminaatvloer op de 1e verdieping door het wegtrekken van beschermingstape, neemt de rechtbank als vaststaand aan. Niet weersproken is dat niemand anders dan [gedaagde] in de woning van [eisers] c.s. is geweest voor het verrichten van werkzaamheden, waarmee het causaal verband tussen de schade en de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden is gegeven. [gedaagde] is daarom verplicht deze schade aan [eisers] c.s. te vergoeden.
Hoe groot is de schade?
4.20.
[eisers] c.s. stellen (primair) dat voor het schadebedrag uitgegaan moet worden van het door [bedrijfsnaam 3] geoffreerde bedrag, omdat de prijzen die in de markt gehanteerd worden aanmerkelijk hoger liggen dan het bedrag dat door Top Expertise is geraamd.
4.21.
De rechtbank is van oordeel dat de begroting van Top Expertise op redelijke bedragen is gebaseerd. Een offerte van een commerciële aannemer ( [bedrijfsnaam 3] ) is op zichzelf onvoldoende om van een (veel) hoger bedrag uit te gaan. De offerte van [bedrijfsnaam 2] is niet representatief, omdat niet alle herstelwerkzaamheden daarin zijn opgenomen. Het is de rechtbank bovendien niet duidelijk geworden hoe het kan dat het verschil tussen de begroting van Top Expertise en de offerte van [bedrijfsnaam 3] ruim € 15.000,- is. De rechtbank zal daarom aansluiten bij de in het rapport Top Expertise genoemde bedragen.
4.22.
In het rapport Top Expertise zijn de kosten van herstel geraamd op € 9.745,45 en de kosten voor het voltooien van het werk op € 10.800,00, tezamen dus € 20.545,00 (exclusief btw). Van dit bedrag moeten worden afgetrokken de kosten voor werkzaamheden die niet in de aannemingsovereenkomst zijn begrepen of al deugdelijk zijn uitgevoerd. Het gaat dan om: de kosten die verband houden met de plinten in hal en woonkamer (€ 350), (niet-afgedopte) CV-leidingen (€ 380) en dimmer 1e verdieping (€ 180) (alle bedragen zijn exclusief btw). Verder moet het minderwerk (isoleren dakkapel € 3.020) ervan worden afgetrokken. Er resteert dan een schadebedrag van € 16.615,- (exclusief btw).
Onverschuldigde betaling
4.23.
[eisers] c.s. maken daarnaast aanspraak op (terug)betaling van een bedrag van
€ 1.510,-. Zij stellen dat zij € 945,- te veel aan [gedaagde] hebben betaald omdat [gedaagde] per ongeluk de btw van € 945,- (€ 4.500,- x 0,21) over het minderwerk (de scheidingswand) niet in mindering heeft gebracht op het totaalbedrag. Verder heeft [gedaagde] voor het schilderwerk een btw-tarief van 21% gerekend terwijl dit 9% moest zijn. [eisers] c.s. schatten dat daarmee een bedrag van € 565,- is gemoeid.
4.24.
Volgens [gedaagde] is er geen sprake van minderwerk van € 4.500,-, omdat de oorspronkelijk overeengekomen werkzaamheden voor de eerste verdieping zijn vervangen door werkzaamheden voor het realiseren van een verlaagd plafond en het aanbrengen van spotjes. Voor wat betreft het btw-tarief refereert [gedaagde] zich aan het oordeel van de rechtbank.
Btw over minderwerk?
4.25.
Ter zitting heeft [gedaagde] erkend dat de werkzaamheden die voor de scheidingswand in de plaats zijn gekomen, namelijk de spotjes en het verlaagde plafond, een iets lagere waarde vertegenwoordigen dan het voor de scheidingswand geoffreerde bedrag van € 4.500,-. [gedaagde] heeft echter gesteld dat hij de begane grond (woonkamer) heeft betegeld zonder dit apart in rekening te brengen, wat [eisers] c.s. hebben erkend en waarover de deskundige heeft geoordeeld dat dit deugdelijk is uitgevoerd. Verder is ter zitting naar voren gekomen dat het de bedoeling was dat meerwerk en minderwerk met elkaar zouden worden verrekend bij de eindafrekening, maar dat het daarvan niet meer is gekomen.
4.26.
[eisers] c.s. hebben naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld dat per saldo sprake is van minderwerk voor een bedrag van € 4.500,- nu de vervangende werkzaamheden (verlaagd plafond, spotjes, en dimmer) en extra werkzaamheden (tegels leggen begane grond) in verhouding lijken te zijn met het oorspronkelijk overeengekomen werk (de scheidingswand). Er is dan ook geen sprake van te veel betaalde btw, zodat de rechtbank deze vordering zal afwijzen.
Verkeerd btw-tarief schilderwerk?
4.27.
Het is juist dat, zoals [eisers] c.s. stellen, het btw-tarief op schilderwerk voor huizen ouder dan 2 jaar 9% is en niet 21 %. [gedaagde] heeft ten onrechte 21% btw berekend, waardoor [eisers] c.s. € 565,- te veel hebben betaald, ervan uitgaande dat het schilderwerk ongeveer 50 % uitmaakt van de werkzaamheden in de hal en de eerste verdieping (slaapkamer 2) en een derde van de werkzaamheden in de woonkamer. [gedaagde] heeft op dit punt geen verweer gevoerd en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De berekening van [eisers] c.s. komt de rechtbank redelijk voor. Daarvan uitgaande hebben [eisers] c.s. € 565,- te veel aan btw betaald, welk bedrag [gedaagde] terug moet betalen.
Verrekening
4.28.
[gedaagde] beroept zich op verrekening van het nog niet door [eisers] c.s. betaalde gedeelte van de aanneemsom. Dit beroept slaagt. Omdat de in schadevergoeding omgezette verbintenis voortvloeit uit een wederkerige overeenkomst, blijven [eisers] c.s. hun tegenprestatie (betaling van de aanneemsom) verschuldigd. Deze verbintenis tot het verrichten van de tegenprestatie ondergaat geen verandering, ook niet wat betreft het moment van ontstaan of van opeisbaarheid (Hoge Raad 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1954). Het door [eisers] c.s. nog aan [gedaagde] verschuldigde bedrag, zal daarom worden verrekend met de toewijsbare schadevergoeding en strekt in mindering daarop. [eisers] c.s. moesten op basis van de facturen een aanneemsom van € 36.780,37 (inclusief btw) betalen. Niet in geschil is dat [eisers] c.s. een bedrag van € 35.304,31 hebben betaald. Hierdoor stond nog een bedrag van € 1.476,06 open. Na verrekening met hun vordering van € 565,- aan te veel betaalde btw zijn [eisers] c.s. nog € 911,06 aan [gedaagde] verschuldigd. Dit bedrag zal worden verrekend met de door [gedaagde] te betalen schadevergoeding zoals overwogen in 4.22. Dit leidt ertoe dat schadevergoeding zal worden toegewezen tot een bedrag van (€ 16.615,- minus € 911,06 =)
€ 15.703,94.
Matiging
4.29.
[gedaagde] doet een beroep op matiging van de schadevergoeding in verband met zijn financiële situatie. In artikel 6:109 lid 1 BW is bepaald dat de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding kan matigen, indien toekenning van de volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en hun beider draagkracht, tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden. De rechtbank overweegt dat zij met een grote mate van terughoudendheid gebruik dient te maken van haar matigingsbevoegdheid. De rechtbank ziet in het door [gedaagde] gestelde geen aanleiding om in dit geval van deze uitzonderlijke bevoegdheid gebruik te maken. [gedaagde] heeft niet gesteld en ook niet inzichtelijk gemaakt dat toekenning van volledige schadevergoeding tot onaanvaardbare gevolgen voor hem leidt. Weliswaar zal [gedaagde] vanwege het schuldsaneringstraject een beperktere draagkracht hebben, maar dat is niet voldoende om tot matiging over te gaan. Het beroep van [gedaagde] op matiging slaagt dus niet.
Rente
4.30.
De door [eisers] c.s. gevorderde wettelijke rente wordt – als niet weersproken – toegewezen als vermeld in de beslissing.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.31.
[eisers] c.s. maken aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eisers] c.s. hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Daartegen is ook geen afzonderlijk verweer gevoerd. Deze kosten worden toegewezen tot een bedrag van
€ 1.032,04, passend bij de toewijsbare hoofdsom en overeenkomstig het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
Kosten deskundige
4.32.
De gevorderde expertisekosten van
€ 2.420,-komen de rechtbank redelijk voor en zijn (in redelijkheid) gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Deze kosten zullen daarom op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW worden toegewezen.
Proceskosten
4.33.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat hij (voor het grootste deel) in het ongelijk wordt gesteld. De rechtbank begroot deze kosten aan de kant van [eisers] c.s. op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
1.325,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.867,72
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eisers] c.s. van € 15.703,94, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 13 juni 2024 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eisers] c.s. van € 1.032,04 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eisers] c.s. van € 2.420,00 aan expertisekosten;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.867,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Warmerdam en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp, rolrechter, op 15 januari 2025.
3051