ECLI:NL:RBDHA:2025:10948

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
C/09/683931 / KG ZA 25-359
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie door de Consumentenbond over Wonderbox

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Wonderbox NL B.V. en de Consumentenbond. Wonderbox, een bedrijf dat zich richt op de verkoop van beleveniscadeaus, heeft de Consumentenbond aangeklaagd wegens onrechtmatige publicatie. De Consumentenbond had in zijn Consumentengids en op zijn website artikelen gepubliceerd waarin kritiek werd geuit op de producten van Wonderbox, met name op de misleidende informatie op de verpakkingen van hun belevenisbonnen. Wonderbox vorderde onder andere dat de Consumentenbond deze publicaties zou rectificeren en ontoegankelijk maken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Consumentenbond binnen zijn redactionele vrijheid heeft gehandeld en dat de publicaties niet onrechtmatig zijn. De rechter heeft de vorderingen van Wonderbox afgewezen en Wonderbox in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de afweging tussen het recht op vrije meningsuiting en het recht op bescherming van de eer en goede naam.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/683931 / KG ZA 25-359
Vonnis in kort geding van 16 juni 2025
in de zaak van
WONDERBOX NL B.V.te Haarlem,
eiser,
advocaat: mr. A. van der Ploeg,
tegen
CONSUMENTENBONDte Den Haag,
gedaagde,
advocaat: mrs. J.S. Bierens en Q.J.D. van der Bent.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Wonderbox’ en ‘de Consumentenbond’.

1.De procedure

1.1.
De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 1 mei 2025 met producties (nrs. 1 tot en met 36);
- de conclusie van antwoord met producties (nrs. 1 tot en met 26);
- de akte overlegging aanvullende producties (nrs. 37 tot en met 42), van de zijde van Wonderbox;
- de akte overlegging aanvullende productie (nr. 43), van de zijde van Wonderbox.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft op 26 mei 2025 plaatsgevonden. Van hetgeen ter zitting is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt, die aan het dossier zijn toegevoegd. Ook de ter zitting door partijen overgelegde pleitnota’s zijn aan het dossier toegevoegd. Tijdens de zitting is het vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Wonderbox is onderdeel van de Wonder Group. Wonder Group richt zich onder andere op de verkoop van cadeaukaarten en beleveniscadeaus. Deze producten worden aangeboden via de merken Wonderbox en GiftForYou.
2.2.
De Consumentenbond houdt zich bezig met consumentenbelangenbehartiging en voorlichting omtrent productkeuze en diensten door middel van onderzoek, informatieverstrekking en advisering. De Consumentenbond beschikt over een eigen magazine, de Consumentengids, waarin artikelen en resultaten van onderzoeken worden gepubliceerd. Daarnaast publiceert hij artikelen op zijn eigen website.
2.3.
Eind 2023 heeft de Consumentenbond een onderzoek verricht naar verschillende belevenisbonnen. Onder de onderzochte bonnen bevonden zich ook die van Wonderbox. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de Consumentenbond bij e-mailbericht van 23 november 2023 contact opgenomen met Wonderbox. Voor zover hier van belang, vermeldt dit bericht het volgende:
“We hebben de Wonderbox ‘Diner voor twee’, Wonderbox ‘Er tussenuit met z’n twee’ en GiftForYou ‘Borrel’ aangekocht en onderzocht. We concluderen dat de beloven op de verpakkingen van de bonnen niet overeenkomen met de realiteit. Zo is het aantal acceptanten dat op de verpakkingen staat, hoger dan in werkelijkheid, doen veel locaties die met naam en foto op de achterkant staan niet (meer) mee, duiken er bij het verzilveren nog verplichte kosten op en/of wijkt het aanbod in realiteit erg af van wat de doos belooft.
(…)
Concreet verzoeken we dat Wonderbox/GiftForYou verzoeken tot vernietiging van consumenten erkent en correct afhandelt. Dat wil zeggen dat deze consumenten, zonder verdere vragen of drempels, hun geld binnen 14 dagen nadat ze zich melden bij u, terugkrijgen.
(…)
Daarnaast verzoekt de Consumentenbond dat Wonderbox/GiftForYou per direct een e-mailadres op haar site publiceert dat gemakkelijk te vinden is. Ook verwachten we dat de reactietermijn van Wonderbox/GiftForYou redelijk is, althans niet 11 dagen betreft, zodat het voldoet aan de geldende regelgeving.
(…)
De Consumentenbond publiceert binnenkort uitgebreid over het onderzoek. In die publicatie willen we lezers die de geschetste tekortkomingen herkennen, graag een concrete oplossing bieden. Indien Wonderbox/GiftForYou akkoord gaat met bovenstaande verzoeken, presenteren we dat graag als een gezamenlijke oplossing. Gezien de eerdere aandacht die de ACM in 2022 al besteedde aan dit onderwerp, zijn we bij het uitblijven van deze oplossing genoodzaakt om ons onderzoek te delen met de ACM, al dan niet in de vorm van een melding, signaal of formeel handhavingsverzoek.”
2.4.
Partijen hebben enige tijd gecorrespondeerd over de uitkomst van het onderzoek en de door de Consumentenbond neergelegde verzoeken. Wonderbox zegde maatregelen ter verbetering toe, maar de Consumentenbond vond de genomen maatregelen onvoldoende; hij meende dat (nog steeds) sprake was van misleiding van de consument. Bij e-mailbericht van 6 december 2023 heeft de Consumentenbond aangegeven dat hij zich genoodzaakt zag om een procedure bij de Reclame Code Commissie (hierna: RCC) te starten en de ACM te voorzien van de onderzoeksresultaten. Bij mail van 8 december 2023 heeft Wonderbox nadere toezeggingen tot verbetering gedaan, waarop de Consumentenbond heeft afgezien van een melding bij de ACM. De Consumentenbond heeft vervolgens op 24 januari 2024 op zijn website een kort artikel gepubliceerd over zijn bevindingen met belevenisbonnen, waaronder die van Wonderbox. Daarbij is over Wonderbox vermeld dat Wonderbox (anders dan een andere aanbieder) heeft aangegeven te stoppen met de verkoop van enkele overnachtingsbonnen totdat de verpakking klopt en geld te zullen teruggeven aan mensen die zich misleid voelen.
2.5.
Op 5 maart 2024 heeft de Consumentenbond alsnog een klacht over Wonderbox ingediend bij de RCC in verband met gestelde oneerlijke dan wel misleidende reclame. In die klacht werd bij wijze van voorbeeld de verpakking van het product 'Wonderbox Weekendje met z'n twee' aan de orde gesteld. Het oordeel van de RCC van 20 juni 2024 luidde, kort gezegd, dat de verpakking van het product, versie 2022, in strijd was met zowel het misleidingverbod uit artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) als de prijsvermeldingsregel uit artikel III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De RCC heeft aanbevolen niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Wonderbox heeft vervolgens bevestigd het betreffende product uit de schappen te zullen halen.
2.6.
Op 23 juli 2024 heeft de Consumentenbond een online artikel gepubliceerd over de uitspraak van de RCC, onder de titel: ‘Cadeaubonnen Bongo & Wonderbox misleidend’. Wonderbox heeft daartegen bezwaar gemaakt, stellend dat Wonderbox compliant is met de beslissing van de RCC nu de gewraakte verpakkingen na de uitspraak uit de schappen zijn gehaald. Daarbij heeft Wonderbox tevens aangegeven een actieplan te hebben opgesteld om andere verpakkingen aan te passen, hetgeen nog enige tijd zal vergen. Dat zou nader kunnen worden toegelicht in augustus 2024. De Consumentenbond werd daarom gesommeerd niet meer negatief te publiceren over Wonderbox.
2.7.
Op 19 augustus 2024 is door Wonderbox een presentatie gehouden op het kantoor van de Consumentenbond. Daarbij werd melding gemaakt van een planning voor het (doen leggen van) nieuwe verpakkingen in de winkels, waar de producten worden verkocht. Die plannen zijn door de Consumentenbond in een reactie van 27 augustus 2024 positief genoemd, maar daarbij zijn tevens zorgen geuit over (het gebrek aan) transparantie met betrekking tot bijkomende kosten van de nieuwe verpakkingen. Daarbij werd voorgesteld nieuwe prijsstickers aan te brengen op de bestaande verpakkingen in afwachting van verbeterde verpakkingen.
2.8.
Vervolgens heeft tussen partijen nog nader - vertrouwelijk - overleg plaats gevonden, maar in december 2024 heeft de Consumentenbond te kennen gegeven nader overleg niet meer zinvol te vinden en de door Wonderbox gevraagde vertrouwelijkheid ook niet langer te kunnen verantwoorden jegens zijn achterban.
2.9.
Op 6 februari 2025 heeft de Consumentenbond, in verband met een komend artikel, Wonderbox nog enkele kritische vragen gesteld. Daarop heeft de advocaat van Wonderbox laten weten de publicatie te zullen volgen en niet content te zijn met de timing van de naderende publicatie.
2.10.
De Consumentenbond heeft in de Consumentengids van april 2025 een artikel (hierna: het artikel) gepubliceerd over belevenisbonnen van verschillende aanbieders, waaronder Wonderbox. In het artikel met als kop ‘Belevenisbonnen, wat een ergernis!’ staat, voor zover van belang, het volgende:
“Wat geef je nu precies als je iemand een ‘belevenisbon’ van Bongo, GiftForYou of Wonderbox cadeau doet? Dat onderzn we vorig jaar. En wat bleek: de bonnen voor uitjes uit ons onderzoek rammelden aan alle kanten. (…) Daarop startten we klachtenprocedures bij de reclame Code Commissie, tegen zowel Bongo als Wonderbox. In juni werden we in het gelijk gesteld, maar Bongo reageerde niet op de uitspraak. En hoewel Wonderbox beterschap beloofde, vragen we ons af of die aanbieder inderdaad gestopt is met misleiden. Tijd voor een nieuw onderzoek.
(…)
‘Laat belevenisbonnen links liggen’‘We moeten de eerste aantrekkelijke belevenisbon nog tegenkomen’ zegt belangenbehartiger [naam] . ‘Alweer rammelen alle door ons onderzochte bonnen. Bongo reageerde niet op onze vragen en Wonderbox zegt opnieuw toe de verpakkingen binnenkort te wijzigen. (…) Wij spraken hierover met toezichthouder ACM. Die ontvangt graag meldingen over de bonnen, zodat ze kan optreden. Ga hiervoor naar acm.nl/melden-bij-de-acm. Ik zou de belevenisbonnen in ieder geval links laten liggen totdat de problemen zijn opgelost.’
(…)
Wonderbox Er tussenuit met z’n twee (€99,90)
(…) De bon blijkt exclusief verplichte kosten te zijn, zoals toeristenbelastingen, toeslagen en boekingskosten. Net als Bongo wijst Wonderbox naar haar partners voor meer informatie. Dat is nogmaals de omgekeerde wereld. Want Wonderbox verkoopt deze bon en moet alle verplichte kosten opnemen in de prijs of er direct bij zetten hoe die berekend kunnen worden, zo oordeelde de reclame Code Commissie. Op onze bon staat geen informatie over zulke kosten, dus mogen we ervan uitgaan dat ze in de prijs zitten.
(…)
Wonderbox Weekendje met z’n twee (€119,90)
‘Er tussenuit met z’n twee’ is volgens het doosje met ontbijt, maar dat ontbijt is lang niet altijd inclusief. En in winkels staan nog steeds bonnen uit 2019 met allerlei misleidende informatie. (…)Deze bon is amper in te wisselen in het weekend. (…) In een reactie laat Wonderbox ons weten binnenkort te stoppen met deze bon.”
Op de eerste pagina van het artikel staat een afbeelding van zes belevenisbonnen die in een prullenbak worden gegooid.
2.11.
Gelijktijdig met het artikel is op de website van de Consumentenbond een nieuwsbericht geplaatst over de belevenisbonnen van de onderzochte aanbieders, waaronder Wonderbox. De kop daarvan luidt: ‘Belevenisbon is een grote teleurstelling’.
2.12.
Wonderbox heeft de Consumentenbond bij brief van 9 april 2025 gesommeerd de publicaties onmiddellijk te rectificeren. De Consumentenbond heeft dat geweigerd waarna Wonderbox tot dagvaarding is overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
Wonderbox vordert – zakelijk weergegeven – dat de voorzieningenrechter de Consumentenbond bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt:
I. om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis het artikel ‘Belevenisbonnen – Wat een ergernis! en het persbericht ‘Belevenisbon is een grote teleurstelling’ ontoegankelijk te (doen) maken en ontoegankelijk te zullen houden voor bezoekers van zijn website, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere dag dat hij dit nalaat;
II. tot publicatie op haar website, binnen 48 uur na betekening van het vonnis, van een rectificatietekst, op een duidelijke en in het oog springende wijze en zonder nader commentaar, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere dag dat hij dit nalaat;
III. tot verzending, binnen 48 uur na betekening van het vonnis, van een e-mail aan zijn leden met daarin de onder I (de voorzieningenrechter begrijpt II) bedoelde rectificatietekst, zonder nader commentaar, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere dag dat hij dit nalaat;
IV. tot publicatie in de eerstvolgende editie van de Consumentengids na betekening van dit vonnis van de onder I (de voorzieningenrechter begrijpt II) bedoelde rectificatietekst, op een duidelijke en in het oog springende wijze en zonder nader commentaar, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,- indien hij dit nalaat alsook € 50.000,- voor iedere daaropvolgende editie van de Consumentengids dat de Consumentenbond dit (nog altijd) nalaat;
V. zich te onthouden van het doen van onjuiste, onvolledige en misleidende uitlatingen over de belevenisbonnen van Wonderbox;
VI. in de kosten van deze procedure.
3.2.
Wonderbox legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. De Consumentenbond doet in het artikel meerdere onjuiste en misleidende uitspraken over belevenisbonnen, die buitengewoon schadelijk zijn voor Wonderbox. Bovendien is de publicatie van het artikel misplaatst gelet op de context en de timing daarvan. Het artikel doet geen recht aan de handelswijze van Wonderbox de afgelopen anderhalf jaar.
3.3.
De Consumentenbond voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat zich in de onderhavige procedure een botsing voordoet tussen twee fundamentele rechten. Enerzijds is daar het recht van Wonderbox op eerbiediging van haar eer en goede naam en anderzijds het recht van de Consumentenbond op vrije meningsuiting richting consumenten.
4.2.
Een toewijzing van het door Wonderbox gevorderde zou een beperking inhouden van het in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10, eerste lid, van het EVRM neergelegde recht op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10, tweede lid, EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien, is in dit geval sprake wanneer de gewraakte publicaties een zodanige inbreuk maken op de eer en goede naam van Wonderbox dat die als onrechtmatig moeten worden aangemerkt in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht op bescherming van de eer en goede naam – in het concrete geval zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Welk van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.
4.3.
Het belang van Wonderbox is erin gelegen dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan voor haar schadelijke publiciteit en/of aan beschuldigingen die geen of onvoldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal vinden. De Consumentenbond heeft er belang bij dat hij zijn voorlichtende taak jegens de consument ongestoord kan uitvoeren en zich daarbij in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend moet kunnen uitlaten over door hem geconstateerde misstanden.
4.4.
Beoordeeld dient te worden of het artikel (en het daarmee verbonden persbericht), gelet op de inhoud, de context en het moment van publiceren, evident onrechtmatig zijn jegens Wonderbox, zoals zij stelt, of dat de Consumentenbond het artikel (en het persbericht) in redelijkheid op deze wijze heeft mogen publiceren en een en ander valt binnen de marges van de vrijheid van meningsuiting die de Consumentenbond toekomt.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de Consumentenbond een grote redactionele vrijheid geniet bij de vervulling van zijn taak, zowel wat betreft de wijze van onderzoek als ook de vorm, de inhoud en de timing van publicaties. Daarbij mag de Consumentenbond zijn gemotiveerde mening/waardeoordeel geven over producten, waarbij uitgangspunt is dat zijn bevindingen wel voldoende steun moeten vinden in de geconstateerde feiten. Dat een negatieve bespreking door de Consumentenbond van een product nadelige gevolgen kan hebben voor (de verkoop van) een product is onvoldoende om tot een publicatieverbod dan wel rectificatie te komen. De lat voor een verbod en/of rectificatie ligt hoog. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Consumentenbond in dit geval binnen de grenzen is gebleven van zijn redactionele vrijheid en de vorderingen van Wonderbox niet kunnen slagen. Dat zal hierna nader worden toegelicht.
4.6.
Wonderbox stelt zich allereerst op het standpunt dat de Consumentenbond in zijn artikel willens en wetens onvolledige en misleidende informatie geeft. Zij stelt daartoe dat de Consumentenbond ten onrechte niet heeft vermeld dat Wonderbox sinds de uitspraak van de RCC al meerdere acties heeft ondernomen om haar producten aan te passen om de consument (nog) beter te informeren en dat er grootschalige productaanpassingen plaatsvinden vanaf week 16 van 2025. Zo heeft zij haar partneraanbod vergroot, een nieuwe verpakking met prijssticker ontworpen en het product
'Weekendje met z'n twee',versie 2022 uit de schappen gehaald. Door dit alles niet te vermelden is een feitelijk onjuist beeld gegeven dat noopt tot rectificatie, aldus Wonderbox.
4.7.
De voorzieningenrechter volgt Wonderbox hierin niet. Weliswaar is juist dat Wonderbox beterschap heeft beloofd (wat ook met zoveel woorden in het artikel staat vermeld) maar er resteerden volgens de Consumentenbond ten tijde van het schrijven van het artikel nog diverse aandachtspunten en de gedane toezeggingen waren toen volgens hem nog onvoldoende nagekomen. Die visie van de Consumentenbond is naar oordeel van de voorzieningenrechter in het licht van de door de Consumentenbond naar voren gebrachte feiten niet onbegrijpelijk of evident onjuist.
4.8.
Daarbij is allereerst van belang dat de door Wonderbox beloofde nieuwe verpakkingen bij het redigeren van het artikel nog niet door de Consumentenbond bekeken en beoordeeld waren. Dat die verpakkingen volledig zouden gaan voldoen aan de door de Consumentenbond gehanteerde eisen stond ten tijde van het opstellen van het artikel dus niet vast. Bovendien kon de laatste wél door Wonderbox aan de Consumentenbond getoonde verpakking volgens de Consumentenbond de toets der kritiek niet doorstaan. Ter zitting heeft Wonderbox in dat kader verklaard dat zij ervoor had gekozen om de definitieve verpakking (inclusief de nieuwe prijssticker) niet met de Consumentenbond te delen. Overigens staat in het artikel wel expliciet vermeld dat Wonderbox opnieuw heeft toegezegd de verpakkingen binnenkort te wijzigen. Daarmee heeft de Consumentenbond dus aan de lezers te kennen gegeven dat er op dat punt nog ontwikkelingen bij Wonderbox gaande waren.
4.9.
De stelling dat de lezer van het artikel onvolledig wordt geïnformeerd of wordt misleid doordat de Consumentenbond heeft nagelaten te vermelden dat Wonderbox de oude verpakking van het product
'Weekendje met z'n twee'uit de schappen heeft gehaald, wordt eveneens verworpen. Weliswaar is juist dat die belofte van vervanging door Wonderbox al eerder was gedaan, maar de Consumentenbond levert in het artikel nu juist kritiek op het feit dat hij tijdens het onderzoek desondanks nog steeds oude verpakkingen uit 2019 aantrof met misleidende informatie. De stelling van Wonderbox dat de Consumentenbond had moeten afzien van publicatie van het artikel omdat de vervangingsoperatie nog gaande was, kan haar niet baten. Dat laat immers onverlet dat feitelijk juist is dat er tijdens het onderzoek nog altijd oude bonnen in omloop bleken te zijn, die aantoonbaar onjuiste informatie bevatten. Het is bovendien aan de Consumentenbond te bepalen wanneer hij een onderzoek doet en wanneer hij daarover in een artikel rapporteert. Hij hoeft daarbij niet te wachten op nadere ontwikkelingen aan de kant van de onderzochte partij. Dat klemt in dit geval te meer, nu de algehele vervanging van het product ‘weekendje met z’n twee’ al geruime tijd voor het verschijnen van het artikel was beloofd en het artikel bovendien niet alleen betrekking had op Wonderbox maar ook op andere leveranciers van belevenisbonnen.
4.10.
Voor zover Wonderbox bezwaar maakt tegen het gebruik van het woord ‘misleiden’ in het artikel, kan dat haar evenmin baten. De Consumentenbond gebruikt in het artikel twee keer het woord ‘misleiden’. Allereerst in de inleidende paragraaf als de Consumentenbond verwijst naar de uitspraak van de RCC van 10 juni 2024 en zich daarbij afvraagt of Wonderbox ‘inderdaad is gestopt met misleiden’. Verder komt het woord ‘misleiden’ voor in de bespreking van het product
'Weekendje met z'n twee', als de Consumentenbond vaststelt dat hij eind 2024 in winkels nog steeds verpakkingen uit 2019 tegenkomt met ‘allerlei misleidende informatie’. Gelet op de uitspraak van de RCC van 20 juni 2024 is de voorzieningenrechter met de Consumentenbond van oordeel dat het gebruik van het woord ‘misleiden’ in beide gevallen op zijn plaats is. De RCC heeft in haar uitspraak van 20 juni 2024 immers geoordeeld dat de verpakking van het product
‘Weekendje met z’n twee’misleidend was.
4.11.
De inhoud van de bespreking van het product
‘Er tussenuit met z’n twee’is evenmin onrechtmatig. Immers, feitelijk juist is dat Wonderbox op de verpakking van dat product wijst naar haar partners voor meer informatie over eventuele onvermijdbare bijkomende kosten. Kennelijk is Wonderbox de mening toegedaan dat zij door een extra prijssticker op de verpakking dat probleem (in lijn met de aanbevelingen van de RCC met betrekking tot het product ‘Weekendje met z’n twee’) afdoende oplost. Maar blijkens het artikel is de Consumentenbond de mening toegedaan dat de verpakking bij controle nog altijd niet voldeed. Die visie kenbaar maken stond de Consumentenbond onder de gegeven omstandigheden vrij. Dat klemt te meer daar de RCC weliswaar het product ‘Weekendje met z’n twee’ heeft beoordeeld en Wonderbox vervolgens te kennen heeft gegeven dat oordeel te zullen aanvaarden (en dus compliant te zullen zijn), maar de RCC controleert maar zeer beperkt of toegezegde aanpassingen door de betrokken partij ook adequaat zijn en goed worden uitgevoerd. Dat laat dus de mogelijkheid open dat weliswaar aanpassingen worden gedaan aan een verpakking, maar dat die nog altijd niet geheel voldoet.
4.12.
Ook het feit dat op de eerste pagina van het bestreden artikel alleen de belevenisbonnen van Wonderbox herkenbaar zijn afgebeeld, maakt het artikel niet onrechtmatig. Uit de eerste zin van het artikel blijkt immers al dat het onderzoek – en de daarop gebaseerde kritiek – ook betrekking heeft op de belevenisbonnen van anderen. Daarnaast worden op de volgende pagina’s van het bestreden artikel twee andere aanbieders van belevenisbonnen in dikgedrukte letters bij naam genoemd, waarbij ook hun producten duidelijk in beeld zijn gebracht. Voor de gemiddelde lezer is daardoor voldoende duidelijk dat het bestreden artikel niet uitsluitend op de belevenisbonnen van Wonderbox is gericht. Voorts wijst de voorzieningenrechter erop dat in het bestreden artikel wordt verwezen naar een eerder onderzoek dat de Consumentenbond heeft verricht naar belevenisbonnen van onder meer Wonderbox. In een nieuwsbericht dat de Consumentenbond naar aanleiding van dat onderzoek heeft gepubliceerd, stond op de eerste pagina juist alleen een product van een andere aanbieder van belevenisbonnen afgebeeld. Onder voornoemde omstandigheden ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om aan te nemen dat Wonderbox onredelijk is benadeeld doordat in dit geval alleen haar producten op de eerste pagina zijn afgebeeld.
4.13.
Van een hetze tegen Wonderbox is dan ook geen sprake. In de artikelen en nieuwsberichten die de Consumentenbond heeft gepubliceerd worden ook steeds de belevenisbonnen van meerdere aanbieders onder de loep genomen. De belevenisbonnen van al die aanbieders zijn op vergelijkbare wijze onderzocht en ten aanzien van alle onderzochte belevenisbonnen wordt vergelijkbare kritiek geuit. Voor zover Wonderbox zich op het standpunt stelt dat de Consumentenbond een hetze voert tegen aanbieders van belevenisbonnen in het algemeen, volgt de voorzieningenrechter haar ook daarin niet. Uit de artikelen en nieuwsberichten blijkt weliswaar dat de Consumentenbond erg kritisch is over het fenomeen belevenisbonnen, maar hij licht zijn standpunten telkens toe en onderbouwt ook waarom hij tot die beoordeling komt. Van een ongenuanceerde aanval jegens aanbieders van belevenisbonnen is dan ook geen sprake. Dat door [naam] , als belangenbehartiger, in het artikel het advies wordt gegeven belevenisbonnen maar links te laten liggen totdat de problemen zijn opgelost, maakt het oordeel niet anders. Het uiten van zijn persoonlijke visie staat hem, in het licht van de gedane bevindingen, vrij. Datzelfde geldt voor zijn oproep meldingen over (problemen met) bonnen te melden bij de ACM. Die oproep moet worden gezien in het licht van het feit dat door de Consumentenbond nog steeds problemen met belevenisbonnen werden geconstateerd.
4.14.
De conclusie is dat de Consumentenbond met het artikel niet een zodanige inbreuk maakt op de eer en goede naam van Wonderbox dat het artikel als onrechtmatig moet worden aangemerkt. De vorderingen van Wonderbox worden daarom afgewezen.
4.15.
Wonderbox is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Consumentenbond worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Wonderbox af;
5.2.
veroordeelt Wonderbox in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Wonderbox niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2025.