Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
'Weekendje met z'n twee',versie 2022 uit de schappen gehaald. Door dit alles niet te vermelden is een feitelijk onjuist beeld gegeven dat noopt tot rectificatie, aldus Wonderbox.
'Weekendje met z'n twee'uit de schappen heeft gehaald, wordt eveneens verworpen. Weliswaar is juist dat die belofte van vervanging door Wonderbox al eerder was gedaan, maar de Consumentenbond levert in het artikel nu juist kritiek op het feit dat hij tijdens het onderzoek desondanks nog steeds oude verpakkingen uit 2019 aantrof met misleidende informatie. De stelling van Wonderbox dat de Consumentenbond had moeten afzien van publicatie van het artikel omdat de vervangingsoperatie nog gaande was, kan haar niet baten. Dat laat immers onverlet dat feitelijk juist is dat er tijdens het onderzoek nog altijd oude bonnen in omloop bleken te zijn, die aantoonbaar onjuiste informatie bevatten. Het is bovendien aan de Consumentenbond te bepalen wanneer hij een onderzoek doet en wanneer hij daarover in een artikel rapporteert. Hij hoeft daarbij niet te wachten op nadere ontwikkelingen aan de kant van de onderzochte partij. Dat klemt in dit geval te meer, nu de algehele vervanging van het product ‘weekendje met z’n twee’ al geruime tijd voor het verschijnen van het artikel was beloofd en het artikel bovendien niet alleen betrekking had op Wonderbox maar ook op andere leveranciers van belevenisbonnen.
'Weekendje met z'n twee', als de Consumentenbond vaststelt dat hij eind 2024 in winkels nog steeds verpakkingen uit 2019 tegenkomt met ‘allerlei misleidende informatie’. Gelet op de uitspraak van de RCC van 20 juni 2024 is de voorzieningenrechter met de Consumentenbond van oordeel dat het gebruik van het woord ‘misleiden’ in beide gevallen op zijn plaats is. De RCC heeft in haar uitspraak van 20 juni 2024 immers geoordeeld dat de verpakking van het product
‘Weekendje met z’n twee’misleidend was.
‘Er tussenuit met z’n twee’is evenmin onrechtmatig. Immers, feitelijk juist is dat Wonderbox op de verpakking van dat product wijst naar haar partners voor meer informatie over eventuele onvermijdbare bijkomende kosten. Kennelijk is Wonderbox de mening toegedaan dat zij door een extra prijssticker op de verpakking dat probleem (in lijn met de aanbevelingen van de RCC met betrekking tot het product ‘Weekendje met z’n twee’) afdoende oplost. Maar blijkens het artikel is de Consumentenbond de mening toegedaan dat de verpakking bij controle nog altijd niet voldeed. Die visie kenbaar maken stond de Consumentenbond onder de gegeven omstandigheden vrij. Dat klemt te meer daar de RCC weliswaar het product ‘Weekendje met z’n twee’ heeft beoordeeld en Wonderbox vervolgens te kennen heeft gegeven dat oordeel te zullen aanvaarden (en dus compliant te zullen zijn), maar de RCC controleert maar zeer beperkt of toegezegde aanpassingen door de betrokken partij ook adequaat zijn en goed worden uitgevoerd. Dat laat dus de mogelijkheid open dat weliswaar aanpassingen worden gedaan aan een verpakking, maar dat die nog altijd niet geheel voldoet.