In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van de Nationale ombudsman (No) op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) beoordeeld. Eiser had verzocht om documenten met betrekking tot de verantwoording van bestuurskosten van de No over de jaren 2019, 2020 en 2021. De No had eerder enkele documenten openbaar gemaakt, maar eiser was van mening dat er meer relevante stukken beschikbaar waren. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser niet ontvankelijk is wegens misbruik van recht, omdat het verzoek behoort tot een cluster van Woo-verzoeken die eerder door de hoogste bestuursrechter als misbruik zijn aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat eiser met zijn verzoeken niet het doel heeft om publieke informatie te verkrijgen, maar om de organisatie van de ombudsman te frustreren. Dit leidt tot de conclusie dat het instellen van beroep in deze zaak ook niet dient om zijn rechten op grond van de Woo veilig te stellen. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.