ECLI:NL:RBDHA:2025:10797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring van een Algerijnse vreemdeling met betrekking tot zicht op uitzetting en voortvarend handelen van de autoriteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie, verweerder, was opgelegd op 10 maart 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring nog steeds voortduurt en dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije binnen een redelijke termijn is. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel rechtmatig is. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 2 mei 2025 vastgesteld dat de maatregel tot dat moment rechtmatig was. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder het gebrek aan voortvarendheid van verweerder en de mogelijkheid van een lichter middel, verworpen. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld door regelmatig contact te onderhouden met de Algerijnse autoriteiten en dat er geen reden is om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.