ECLI:NL:RBDHA:2025:1054

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
NL24.48560
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 29 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd na de afwijzing van zijn asielaanvraag, die op 28 november 2024 als kennelijk ongegrond was beoordeeld. De voorzieningenrechter heeft besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit besluit is genomen omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de bodemzaak, zaaknummer NL24.48559, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 907. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.48560

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.N. van der Voet),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 november 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.48559, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 907 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907.
Deze uitspraak is gedaan op 29 januari 2025 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.