ECLI:NL:RBDHA:2025:10487

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
C/09/25/1018 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) aan een schuldenaar in problematische schuldensituatie

Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende mevrouw [naam 1], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. Mevrouw [naam 1] heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat voldoende aannemelijk is dat mevrouw [naam 1] niet in staat is om een succesvolle buitengerechtelijke regeling te treffen. Tijdens de zitting op 26 mei 2025 is gebleken dat mevrouw [naam 1] sinds het overlijden van haar echtgenoot in financiële problemen verkeert en onder beschermingsbewind staat. Ondanks haar inspanningen zijn er nog steeds schulden ontstaan, en het is onzeker of alle schulden bekend zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [naam 1] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, waaronder de verplichting om geen nieuwe schulden te maken en zich in te spannen om aan haar verplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft ook de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. Daarnaast is het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP afgewezen, omdat mevrouw [naam 1] gedurende het minnelijk traject geen betaalde werkzaamheden heeft verricht of gesolliciteerd. De rechtbank heeft mr. M. van Nooijen benoemd tot rechter-commissaris en de bewindvoerder aangesteld om de post van mevrouw [naam 1] in te zien gedurende de looptijd van de regeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/25/1018 R
vonnis van 3 juni 2025(bij vervroeging)
op het verzoek van:
[naam 1],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
Mevrouw [naam 1] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft mevrouw [naam 1] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
Mevrouw [naam 1] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 26 mei 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan mevrouw [naam 1] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- mevrouw [naam 1] vergezeld van [naam 2] (zoon),
- [naam 3] , beschermingsbewindvoerder,
- [naam 4] en [naam 5] , ambulant begeleiders.
1.3.
De uitspraak is bepaald op 9 juni 2025 met mededeling dat zo mogelijk bij
vervroeging uitspraak zal worden gedaan.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
Mevrouw [naam 1] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en zij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat mevrouw [naam 1] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
Uit de stukken en dat wat op de zitting is besproken blijkt het volgende. Mevrouw [naam 1] heeft sinds de ziekte en het overlijden van haar echtgenoot, door inkomensverlies en haar gebrekkige kennis van de Nederlandse taal niet op een goede manier administratie kunnen voeren en overzicht kunnen houden. Zij heeft hulp gezocht en staat al sinds 24 februari 2015 onder beschermingsbewind. Desondanks zijn ook tijdens het beschermingsbewind schulden ontstaan en is nog steeds sprake van een problematische schuldenlast. Tijdens het minnelijk traject is gebleken dat mogelijk niet alle schulden bekend zijn. De (schuld)hulpverlener(s) en mevrouw [naam 1] willen niet een minnelijke regeling afronden met het risico dat er toch nog meer schulden blijken te zijn. Onder deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat het niet mogelijk is om tot een succesvolle buitengerechtelijke schuldregeling te komen.
2.3.
Mevrouw [naam 1] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.4.
De verplichtingen waaraan mevrouw [naam 1] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.5.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan mevrouw [naam 1] .
2.6.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als mevrouw [naam 1] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op mevrouw [naam 1] kunnen verhalen.
Ingangsdatum looptijd WSNP
2.7.
Mevrouw [naam 1] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op 15 mei 2024.
2.8.
Een eerdere ingangsdatum kan worden bepaald als vanaf die eerdere datum de verplichtingen die volgen uit het voorafgaande schuldhulpverleningstraject zijn nagekomen. Als uitgangspunt geldt daarbij onder meer dat de schuldenaar zich moet inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan. Mevrouw [naam 1] ontvangt een PW-uitkering. Zij is arbeidsgeschikt, maar heeft gedurende het minnelijk traject geen betaalde werkzaamheden verricht of gesolliciteerd. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[naam 1] ,
geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek),
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf vandaag;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. van Nooijen en tot bewindvoerder:
J.M. Hoogland (Sociaal.nl Schuldsanering B.V.)
Postbus 845
1440 AV Purmerend;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van mevrouw [naam 1] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. van Nooijen, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier. Deze beslissing is bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2025.