ECLI:NL:RBDHA:2025:10477
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse eiser op basis van politieke opvattingen en uitlatingen
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van een Algerijnse eiser door de Minister van Asiel en Migratie. De eiser, die op 11 maart 2025 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel, stelt dat hij vanwege zijn politieke opvattingen en deelname aan demonstraties in Algerije is vervolgd. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden die de eiser heeft aangevoerd. De rechtbank concludeert dat de minister de afwijzing terecht heeft gehandhaafd, omdat de eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van vervolging. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van de eiser over zijn politieke activiteiten en de gevolgen daarvan niet geloofwaardig zijn, aangezien hij geen objectieve bewijsstukken heeft overgelegd die zijn verhaal ondersteunen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de minister de opgelegde inreisverbod van twee jaar terecht heeft gemotiveerd, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 12 juni 2025 en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.