ECLI:NL:RBDHA:2025:10476
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) wegens tekortkomingen in verplichtingen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 juni 2025 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2]. De bewindvoerder had verzocht om beëindiging van de WSNP vanwege tekortkomingen in de verplichtingen die de schuldenaren hadden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] niet voldaan hebben aan hun informatieverplichting, sollicitatieverplichting, en afdrachtverplichting. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er nieuwe schulden zijn ontstaan tijdens de WSNP, wat bijdraagt aan de conclusie dat de schuldenaren niet aan hun verplichtingen hebben voldaan. De rechtbank heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de WSNP tussentijds beëindigd, waardoor schuldeisers hun vorderingen weer kunnen verhalen op de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2]. De rechtbank heeft tevens de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld en opdracht gegeven om een eventueel resterend boedelsaldo te verdelen onder de schuldeisers.