2.4Omdat eiser deelnam aan de pilot 'minder werken' kreeg eiser de kosten voor deze behandelingen echter nog een jaar lang wel vergoed. Met ingang van 2021 is deze alternatieve vergoedingswijze beëindigd.
Het onderwerp van deze zaak
3. Eiser heeft op 2 februari 2023 een verzoek ingediend voor een vergoeding van de kosten van manuele- en fysiotherapie, dan wel verstrekking van deze behandelingen in natura. Hiertoe heeft eiser een beroep gedaan op inzichten van zijn behandelend medisch specialisten. Verweerder heeft het verzoek afgewezen, onder verwijzing naar een negatief advies van de Commandant Bijzondere Medische Beoordeling, die zich heeft aangesloten bij het advies van de bezwaarverzekeringsarts uit 2019.
Eisers standpunt in beroep
4. De fysiotherapeutische behandelingen stellen eiser in staat zijn werkzaamheden in volle omvang te verrichten. Verweerder is dan ook verplicht tot vergoeding op grond van artikel 58 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD).
Subsidiair is verweerder daartoe verplicht op grond van de artikelen 10, respectievelijk 10a, van de Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers (de Voorzieningenregeling). De behandelingen moeten namelijk worden aangemerkt als werkvoorzieningen, die eiser behouden voor de arbeidsmarkt.
5. Bovendien geeft het bestreden besluit geen blijk van een redelijke weging van belangen en is het strijdig met het evenredigheidsbeginsel, dan wel goed werkgeverschap. Voor eiser weegt zwaar dat hij zijn werk behoudt en zijn pensioen gezond kan halen. Dit is ook in het belang van verweerder, die moet streven naar een hogere arbeidsproductiviteit en het terugdringen van verzuim en arbeidsongeschiktheid. Het belang van verweerder bij weigering weegt niet op tegen eisers belang bij toekenning.
Het oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank is in de eerste plaats van oordeel, dat de artikelen 58 van de BARD en de artikelen 10, dan wel 10a, van de Voorzieningenregeling, geen grondslag bieden voor toekenning van de aangevraagde vergoeding.