ECLI:NL:RBDHA:2025:10195
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van staatloosheid van verzoekster van Palestijnse afkomst
Op 12 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vaststelling van staatloosheid van een verzoekster van Palestijnse afkomst. Het verzoekschrift was ingediend op 27 februari 2025 en strekte tot de vaststelling van de staatloosheid van de verzoekster, die op 20 maart 2023 Nederland was ingereisd en een verblijfsvergunning asiel had gekregen. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. S. Deniz, adviseerde het verzoek toe te wijzen, wat de rechtbank aanleiding gaf om zonder mondelinge behandeling te beslissen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in Nederland woont en onmiddellijk belang heeft bij het verzoek. De beoordeling van de staatloosheid betrof de Palestijnse Gebieden en Syrië, aangezien verzoekster van Palestijnse afkomst is en haar ouders ook Palestijns zijn. De rechtbank concludeerde dat Nederland de staat Palestina niet erkent, waardoor verzoekster als staatloos wordt beschouwd. Daarnaast bleek uit de Syrische nationaliteitswetgeving dat verzoekster niet in aanmerking komt voor de Syrische nationaliteit.
Uiteindelijk heeft de rechtbank vastgesteld dat verzoekster door geen enkele staat als onderdaan wordt beschouwd, en heeft zij de staatloosheid van verzoekster bevestigd. Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 juni 2025.