3.4.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024362573 (onderzoek LONGAN/DHRAA024023), van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Den Haag-Centrum, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 991, ongenummerd 3 pagina’s).
De rechtbank zal voor feit 2 ten aanzien van de pleegperiode 19 maart 2020 t/m 8 maart 2021 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit. De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 2 in de pleegperiode 19 maart 2020 – 8 maart 2021:
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 25 april 2024 (p. 104-128);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 september 2024 (p. 129-153);
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 juli 2024 (p. 154-234);
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 september 2024 (p. 235-255);
Ten aanzien van feit 2 in de pleegperiode 3 oktober 2024 - 12 november 2024
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik op een gegeven moment ben gestopt toen SKY-ECC was gekraakt. De laatste twee maanden ben ik weer doorgegaan via Signal. Het klopt dat de telefoon die is gevonden in de brievenbus op de [adres 1] van mij is. Het klopt dat op die telefoon berichten via Signal zijn verzonden en foto’s van blokken werden gedeeld. Het klopt dat ik heb aangegeven dat ik blokken kon pakken, prijzen heb doorgegeven en heb gezegd dat ik stuks kon regelen. Dat ben ik geweest.
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, opgemaakt op 13 november 2024, voor zover inhoudende (p. 348):
Op dinsdag, 12 november 2024 werd door de ondersteuningsgroep politie eenheid Rotterdam met een machtiging binnengetreden ter aanhouding. In de woning aan de [adres 1] te 's-Gravenhage. In de brievenbus van perceel 83 aan de buitenzijde van de portiek werd een mobiele telefoon aangetroffen.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 december 2024, voor zover inhoudende (p. 559-574):
In de brievenbus (
de rechtbank begrijpt: de brievenbus van de woning aan de [adres 1] te ’s-Gravenhage) werd een mobiele telefoon aangetroffen en inbeslaggenomen voor nader onderzoek. Ik zag dat applicatie Signal op de telefoon geïnstalleerd was. In de accountinstellingen van Signal zag ik dat door de gebruiker het account " [signal-account 1] ” werd gebruikt. Ik zag dat de detailgegevens van alle berichten en afbeeldingen zichtbaar waren. Ik zag dat alle berichten en afbeeldingen in 2024 waren gemaakt, ontvangen en verzonden
Gesprek met [signal-account 2]
26 oktober: [signal-account 2] vroeg wat de prijzen momenteel waren. [naam 1] antwoordde dat hij 21 kon geven.
27 oktober: Ik zag dat er een foto (Foto 4) van een blok met witte substantie werd verzonden naar [signal-account 2] . Ik las dat [signal-account 2] het witte blok op de [adres 2] [postcode 2] Den Haag kon ophalen bij “ [bijnaam] ”.
Gesprek met [signal-account 3]
27 oktober: Ik las dat [naam 1] vroeg om een foto. Ik zag dat naar [naam 1] een afbeelding (Foto 1) van een wit blok werd verzonden. Ik zag dat het witte blok in plastic was verpakt. Ik las dat [naam 1] aangaf dat een NN-persoon eentje kwam ophalen bij “ [bijnaam] ”. Ik las dat [signal-account 3] aangaf dat hij daar niet was. Ik zag dat naar [naam 1] een afbeelding (Foto 2) van adres “ [adres 2] [postcode 2] Den Haag" werd verzonden.
Gesprek met [signal-account 4]
10 oktober: Ik zag dat [naam 1] een video (Foto 1) verstuurde van een wit blok. Ik zag dat op dit witte blok het symbool van mode merk “Louis Vuitton" was gedrukt. Ik zag dat door een NN-persoon met een mes op het witte blok werd getikt om zo de consistentie van de substantie aan te tonen.
12 oktober: Ik zag dat [naam 1] een afbeelding (Foto 2) verstuurde van een wit blok. Ik zag dat op het blok een ster was gedrukt. Ik las dat [naam 1] aangaf dat dit blok 22 5 was.
5 november: Ik zag dat [naam 1] een afbeelding (Foto 4) van een wit blok stuurde. Ik zag dat op het blok de cijfers “888” gedrukt waren.
6 november: Ik zag dat [signal-account 4] een afbeelding (Foto 5) verzond van een wit blok waarop het logo van automerk “Toyota" was gedrukt.
10 november: Ik zag dat [naam 1] een afbeelding en een video (Foto 6) verzond van een blok. Ik zag dat het blok verpakt was in folie. Op de verpakking zag ik het logo van de Spaanse voetbalclub Real Madrid. Ik zag in de video dat de verpakking van dit blok geopend was. Ik zag dat er een wit blok in zat. Ik zag dat op het witte blok het logo van Real Madrid gedrukt was.
11 november: Ik zag dat [naam 1] een video (Foto 7) van een wit blok verzond. Ik zag dat op het blok een motief was gedrukt. Ik zag dat [naam 1] afbeeldingen (Foto 8) verzond van een blok dat in plastic gewikkeld was. Ik zag dat de cijfers “888"op de verpakking stond afgebeeld.
Gesprek met [signal-account 5] ( [naam 2] )
3 oktober: Ik las dat aan [naam 1] werd gevraagd of hij die “b” nog wilde wegdoen. Ik las dat [naam 1] aangaf dat hij er nog niet bij kon en dat als hij het in zijn handen zou hebben, hij het liet weten.
20 oktober: Ik las dat aan [naam 1] werd gevraagd of er nog wat is, omdat iemand 1 wilde hebben.
21 oktober: Ik las dat [naam 1] aangaf dat er nog wel wat is. Ik las dat aan [naam 1] werd gevraagd of er een gram kon worden gepakt om getest te worden door een NN-persoon. Ik las dat [signal-account 5] onderweg was. Ik zag dat [naam 1] een afbeelding (Foto 1) verstuurde. Ik zag dat de afbeelding een screenshot was van een Signal-contact: [signal-account 6] ( [naam 3] ) [telefoonnummer] . Ik las dat [naam 1] aangaf dat [signal-account 5] het gelijk kon ophalen bij [signal-account 6] . Ik zag dat [naam 1] een afbeelding (Foto 2) verzond van een afbeelding van een wit blok waar een ster op was gedrukt. Ik zag dat [signal-account 5] een screenshot (Foto 3) verstuurde van een chatgesprek in applicatie Whatsapp. Ik zag dat het een chatgesprek was met een gebruiker met de accountnaam “ [signal-account 7] " Ik las in het chatgesprek met “ [signal-account 7] dat er in Amsterdam 20.5 en in Breda 21.5 voor “O" werd aangeboden. Ik las dat “B" op 23.25 stond. Ik las dat [signal-account 5] aangaf dat “ [signal-account 7] " het duur vond en dat [naam 1] van hem zou horen als er wat nodig was.
Gesprek met [signal-account 8]
24 oktober: Ik zag dat [signal-account 8] een video verstuurde (Foto 1). Ik zag in de video dat een NN-persoon met een krabber door een bruine substantie roert. Vermoedelijk is de bruine substantie heroïne. Ik las dat [signal-account 8] aangaf dat bij hem 130/140 papieren ligt.
1. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname met bijlagen, opgemaakt op 13 november 2024, voor zover inhoudende (p. 348-354):
Op dinsdag, 12 november 2024 werd door de ondersteuningsgroep politie eenheid
Rotterdam met een machtiging binnengetreden ter aanhouding. In de woning aan de [adres 1] te 's-Gravenhage. Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen: Bankbiljetten achter een keukenkastje in de keuken totaal € 21500,-. Bankbiljetten in de bank in de woonkamer totaal € 2900,-.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025, voor zover inhoudende:
U, de voorzitter, houdt mij voor dat tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres 1] achter een keukenkastje € 21.500,- is aangetroffen. Dat geld is van mij. Ik heb dat geld erachter gegooid om het te verstoppen. U houdt mij voor dat in een opbergvak in de bank in de woonkamer € 2.900,- is aangetroffen. Ja dat klopt, dat was mijn geld.