ECLI:NL:RBDHA:2025:10133
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarend handelen in vreemdelingenrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiser, die op 3 maart 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot 30 april 2025, en dat de beoordeling van het voortduren van de maatregel alleen betrekking heeft op de periode daarna. De eiser voerde aan dat de minister onvoldoende voortvarend handelde met betrekking tot zijn aanvraag voor uitstel van vertrek, maar de rechtbank oordeelde dat de vertraging in de afhandeling van de aanvraag geheel bij de eiser lag. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.