In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 mei 2025 een beschikking gegeven in het verzoek van de Stichting Vervoer, gevestigd te Rijswijk, tot omzetting in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, genaamd Algemene Vervoerscentrale Haaglanden B.V. Het verzoek is ingediend op 19 maart 2025 en betreft de wens van de Stichting om haar rechtsvorm te wijzigen, omdat zij zich als een commerciële organisatie beschouwt en de huidige rechtsvorm niet passend is. Tijdens een mondelinge behandeling op 29 april 2025 is de zaak besproken, waarbij de bestuurders van de Stichting en de medeoprichter aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Stichting voldoet aan de wettelijke vereisten voor omzetting en dat er geen reden is om het verzoek te weigeren.
De rechtbank heeft ook het verzoek tot ontklemming van het vermogen van de Stichting bij de omzetting beoordeeld. De Stichting heeft verklaard dat derden niet benadeeld worden door de ontklemming en heeft verklaringen overgelegd van betrokkenen die geen bezwaar hebben tegen de ontklemming. De rechtbank concludeert dat er geen strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat de belangen van derden niet geschaad worden. De rechtbank heeft de Stichting machtiging verleend tot omzetting en toestemming gegeven om het vermogen op een andere wijze te besteden dan voor de omzetting was voorgeschreven. Tevens is bepaald dat het beklemd vermogen per datum omzetting als ontklemd geldt.
De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. H.J. Vetter en de rechtbank heeft het verzoek tot omzetting toegewezen, terwijl het meer of anders verzochte is afgewezen.