ECLI:NL:RBDHA:2025:10045
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vergoeding van proceskosten in kort geding na verstrekking van transactieoverzichten
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. B.Z. Loonstein, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, Risepoint Limited, vertegenwoordigd door mr. J.G. Reus en mr. D.A. van der Kooij. Het geschil betreft de vergoeding van proceskosten nadat gedaagde kort voor de zitting de door eiser verlangde transactieoverzichten heeft verstrekt. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 mei 2025, waarbij eiser zijn vorderingen tegen een andere vennootschap heeft ingetrokken. Eiser vorderde aanvankelijk inzage in de transactieoverzichten, maar na ontvangst van deze documenten op 22 mei 2025, heeft hij zijn eis vermeerderd met een verzoek om vergoeding van de werkelijke proceskosten, die hij op € 20.000,-- heeft gesteld. Gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen deze vermeerdering van eis en betwist dat zij de reële proceskosten aan eiser verschuldigd is.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eisvermeerdering in deze omstandigheden toelaatbaar is, omdat gedaagde pas op de dag voor de zitting aan de vordering van eiser heeft voldaan. De rechter heeft vastgesteld dat Risepoint onevenredig lang heeft gewacht met het verstrekken van de stukken, wat heeft geleid tot extra kosten voor eiser. Echter, de rechter heeft ook geoordeeld dat niet alle gevorderde kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Uiteindelijk is Risepoint veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op € 2.867,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitgesproken op 6 juni 2025.