Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
gezamenlijk: eisers,
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
30 januari 2026 een beslissing op de aanvraag van eisers bekend dient te maken.
Conclusie en gevolgen
30 januari 2026 de tijd krijgt om alsnog een besluit te nemen en aan de minister een dwangsom wordt opgelegd. De rechtbank stelt ook de door de minister verschuldigde bestuurlijke dwangsom vast.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 30 januari 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- stelt de hoogte van de door de minister aan eisers verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- bepaalt dat de minister het door eisers betaalde griffierecht van € 187,- vergoedt;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50.