Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Pakistaanse nationaliteit. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 23 mei 2025 was genomen, waarin de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet werd opgelegd. De rechtbank heeft op 4 juni 2025 de zaak behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zich aan het toezicht had onttrokken en dat er voldoende redenen waren om de maatregel van bewaring te handhaven. De rechtbank oordeelde dat de zware gronden die aan de maatregel ten grondslag lagen, onbetwist waren en dat de minister voldoende had gemotiveerd dat een lichter middel niet doeltreffend zou zijn. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.