Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Somalische eiseres. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 juni 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een concreet aanknopingspunt was voor een overdracht aan Frankrijk en er een significant risico bestond dat de eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. De eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 13 juni 2024 werd de maatregel van bewaring opgeheven, omdat de eiseres was overgedragen aan Frankrijk.
De rechtbank heeft op 17 juni 2024 de zaak behandeld. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. V. Senczuk, stelde dat zij van Somalische nationaliteit is en dat de maatregel onrechtmatig was. De rechtbank beperkte de beoordeling tot de vraag of schadevergoeding moet worden toegekend, nu de bewaring was opgeheven. De rechtbank oordeelde dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist en voldoende gemotiveerd waren. De eiseres had geen geldig visum en had geen medewerking verleend aan de eerder geplande overdracht.
De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier R.A. Oelen, en werd openbaar gemaakt op 21 juni 2024.