ECLI:NL:RBDHA:2024:9901
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser met betrekking tot vervolging door criminele familie en politieke sympathieën
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2024, met zaaknummer NL24.19077, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 2 april 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 april 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 11 juni 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Eiser, geboren in 1998, heeft in het verleden een asielaanvraag ingediend in Nederland en is in 2016 naar Europa vertrokken. Hij stelt dat hij een Sahrawi is en sympathieën heeft voor de Polisario-beweging, die zich inzet voor de onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara. Eiser vreest voor vervolging door een criminele familie in Marokko en vanwege zijn politieke overtuigingen. De rechtbank oordeelt dat verweerder Marokko terecht als een veilig land van herkomst heeft aangemerkt, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een (online) journalist of activist is die kritiek uitoefent op de Marokkaanse regering.
De rechtbank concludeert dat de vrees van eiser voor vervolging niet aannemelijk is gemaakt, aangezien hij geen bewijs heeft geleverd dat de Marokkaanse autoriteiten op de hoogte zijn van zijn activiteiten op sociale media. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.