ECLI:NL:RBDHA:2024:9894
Rechtbank Den Haag
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontoerekeningsvatbaarheid en ontslag van rechtsvervolging na bedreiging en vernieling van elektriciteitswerk
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk onbruikbaar maken van een elektriciteitswerk en bedreiging met zware mishandeling. De verdachte, geboren in 1984, heeft op 20 oktober 2023 in 's-Gravenhage een elektriciteitsmeter vernield en een onveilige situatie gecreëerd door met een mes te zwaaien naar medewerkers van Stedin die een storing kwamen verhelpen. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie bewezenverklaring van de feiten gevorderd, maar de verdediging betoogde dat de verdachte niet strafbaar was vanwege zijn psychische toestand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een paranoïde psychotische episode in combinatie met schizofrenie en dat hij ten tijde van de feiten volledig ontoerekeningsvatbaar was. De deskundigen adviseerden om de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan, gezien hij reeds zorg ontvangt onder een zorgmachtiging. De rechtbank volgde dit advies en oordeelde dat er geen aanleiding was voor strafrechtelijke maatregelen.
De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en het in beslag genomen aardappelschilmes onttrokken aan het verkeer, omdat dit voorwerp was gebruikt bij de bedreiging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag, waarbij de voorzitter en twee rechters aanwezig waren.