Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
dagvaarding I) ten laste gelegd dat:
dagvaarding II) ten laste gelegd dat:
dagvaarding III) ten laste gelegd dat:
3.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
4.De bewijsbeslissing
dere ruiten van deze woning te gooien en naar aangeefster te roepen;
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De oplegging van straffen en een maatregel
De verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde, als gevolg van zijn psychische (machteloze, ontredderde en woedende) toestand voortkomend uit zijn pathologie onvoldoende in staat om meerdere/andere en meer adequate gedragsalternatieven af te wegen, dan wel keuzes te maken. De deskundige is van mening dat verdachtes pathologie, en dan met name de combinatie van de stemmingsproblematiek en alcoholafhankelijkheid aangejaagd door de onderliggende persoonlijkheidstrekken, heeft doorgewerkt op het hem tenlastegelegde. De deskundige adviseert om hem dit vanuit gedragskundig oogpunt in verminderde mate toe te rekenen.
De deskundige concludeert dat de hulp die ten tijde van het rapport werd verleend vanuit Fivoor afdoende is om het recidiverisico voldoende laag te houden. Hierbij dienen met name emotieregulatie en copingvaardigheden onderwerp van de behandeling te zijn. De onderzoeker adviseert dan ook om vorengenoemde behandeling op te leggen in het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf. De deskundige is van mening dat abstinentie van alcohol van belang is, daar overschatting van zichzelf en onderschatting van zijn alcoholproblematiek op de loer ligt bij betrokkene.
8.De inbeslaggenomen voorwerpen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
60 (ZESTIG) DAGEN;
45 (VIJFENVEERTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
3 (DRIE) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
200 (TWEEHONDERD) UREN;
100 (HONDERD) DAGEN;
3 (DRIE)JAREN op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam] , en
2 (TWEE) WEKENvoor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van
6 (ZES) MAANDEN;