ECLI:NL:RBDHA:2024:9824
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Duitsland onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft eiser op 15 december 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar heeft zich afgemeld voor de zitting op 5 juni 2024, waar de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 18 november 2023 in Duitsland een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend. Nederland heeft op 6 februari 2024 een verzoek om terugname bij Duitsland ingediend, dat op 7 februari 2024 is aanvaard. Eiser betoogt dat de staatssecretaris zijn asielverzoek op grond van de discretionaire bevoegdheid, zoals neergelegd in artikel 17 van de Dublinverordening, had moeten overnemen. Hij stelt dat hij geen informatie heeft ontvangen over de afwijzing van zijn eerdere asielaanvraag in Duitsland, waardoor hij niet kan nagaan of Duitsland zich aan de internationale richtlijnen heeft gehouden.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de bezwaren van eiser geen aanleiding geven om zijn verzoek om internationale bescherming in behandeling te nemen. De rechtbank heeft de beslissing van de staatssecretaris terughoudend getoetst en geconcludeerd dat het bestreden besluit voldoende gemotiveerd is. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat Duitsland heeft gegarandeerd dat de asielaanvraag van eiser in behandeling zal worden genomen en dat er geen gevaar van indirect refoulement dreigt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser terecht buiten behandeling is gesteld en dat hij kan worden overgedragen aan Duitsland. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.