ECLI:NL:RBDHA:2024:9791

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
24 juni 2024
Zaaknummer
NL24.16091
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Oostenrijk

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Kalu-Mollema, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Aboulouafa, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 juni 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Oostenrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 mei 2024, maar de verzoeker was niet aanwezig, terwijl de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.16090, behandeld, die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in de uitspraak van vandaag, in de andere zaak, geoordeeld over het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 juni 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.16091
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S. Kalu-Mollema), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. S. Aboulouafa).

Procesverloop

Bij besluit van 8 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.16090, op 28 mei 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.16090, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
11 juni 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.