ECLI:NL:RBDHA:2024:9691

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
C/09/666908 / JE RK 24-975
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugd- en zorgrecht

Op 18 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, hierna te noemen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De kinderen verblijven sinds 25 januari 2024 bij hun grootouders, nadat zij in een onveilige opvoedomgeving bij hun moeder zijn opgegroeid. De moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, kampt met persoonlijke problematiek, waaronder middelengebruik, waardoor zij onvoldoende beschikbaar is voor de kinderen. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening bij de grootouders voor zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de opvoedsituatie en de ontwikkeling van de kinderen ernstig zijn en dat er in het vrijwillige kader geen structurele verbetering is bereikt. Daarom is gedwongen hulpverlening noodzakelijk. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen, met als doel de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/666908 / JE RK 24-975
Datum uitspraak: 18 juni 2024
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming, 'sGravenhage,
hierna te noemen: de Raad,
over
-
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedag] 2021 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige 1] ,
-
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedag] 2021 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige 2] ,
hierna tezamen te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. D.G.M. van den Hoogen, gevestigd te Leiden.
De kinderrechter merkt als informanten aan:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
[de oma]en
[de stiefopa],
zijnde de oma en stiefopa van de kinderen,
hierna te noemen: de grootouders,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift, ontvangen op 29 mei 2024;
  • de nagezonden bijlagen van de Raad, ontvangen op 4 juni 2024;
  • het e-mailbericht van de advocaat van de moeder van 15 juni 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 juni 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [naam 1] en [naam 2] namens de Raad;
  • [naam 3] namens de gecertificeerde instelling;
  • de advocaat van de moeder;
  • de grootouders.
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag.
2.2.
De kinderen verblijven sinds 25 januari 2024 bij de grootouders.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg, te weten bij de grootouders, voor de duur van zes maanden. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De Raad heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er is sprake van een ernstig bedreigde ontwikkeling van de kinderen omdat zij langere tijd zijn blootgesteld aan een zeer onrustige en onveilige opvoedomgeving bij de moeder. Door de persoonlijke problematiek en het middelengebruik van de moeder is zij onvoldoende beschikbaar voor de kinderen. Aangezien de veiligheid niet langer gewaarborgd kon worden bij de moeder, is in samenspraak met de betrokken vrijwillige hulpverlening besloten dat de kinderen tijdelijk bij de grootouders zouden wonen. In vrijwillig kader is het echter niet gelukt om de zorgen weg te nemen. Het is daarom noodzakelijk dat er gedwongen hulpverlening bij het gezin betrokken wordt, zodat gewerkt kan worden aan het verkrijgen van een stabiele opvoedsituatie voor de kinderen. Het is belangrijk dat er meer zicht komt op de individuele problematiek van de moeder, dat haar hulpverleningstraject gemonitord wordt en dat er meer zicht komt op haar opvoedvaardigheden. Daarnaast dient er een pleegzorginstantie betrokken te worden om de plaatsing bij de grootouders te monitoren en de grootouders te ondersteunen en begeleiden. Binnen de ondertoezichtstelling moet er ook meer zicht komen op de ontwikkeling van de kinderen en moet – indien nodig – passende hulpverlening voor hen worden ingezet. [de minderjarige 2] kan driftig gedrag laten zien. Daarnaast heeft hij een taalontwikkelingsachterstand. Bij [de minderjarige 1] wordt gezien dat zij zich meer terughoudend opstelt. Op dit moment laat zij weinig zorgsignalen zien. Het is belangrijk om te onderzoeken of [de minderjarige 1] inderdaad geen hulpbehoefte heeft. Aangezien de zorgen groot zijn en er veel moet gebeuren verzoekt de Raad de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de Raad de plaatsing bij de grootouders voort te zetten voor de duur van zes maanden. De kinderen verblijven al langere tijd bij de grootouders en ontwikkelen zich daar goed. Het is belangrijk dat de kinderen in een veilige en stabiele omgeving blijven, zodat de moeder de ruimte krijgt om te werken aan haar persoonlijke problematiek.

4.De standpunten

4.1.
Namens de moeder is geen verweer gevoerd tegen het verzochte. De advocaat heeft ter zitting naar voren gebracht dat de zorgen groot zijn en dat het daarom noodzakelijk is dat er zo snel mogelijk een vaste jeugdbeschermer aan het gezin wordt gekoppeld.
4.2.
De gecertificeerde instelling heeft ter zitting naar voren gebracht dat er op dit moment geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar is voor het gezin.
4.3.
De grootouders hebben ter zitting naar voren gebracht dat het goed gaat met de kinderen. De grootouders zorgen met liefde voor de kinderen. Het is belangrijk dat de moeder de juiste hulp krijgt. Ook moet er ondersteuning komen voor de grootouders. De zorg voor de kinderen in combinatie met hun baan vergt namelijk veel van de grootouders. De moeder heeft wekelijks twee videobelmomenten met de kinderen en is inmiddels ook op bezoek geweest. Dat verloopt goed, al vindt de moeder het – logischerwijs – wel moeilijk om afscheid te nemen van de kinderen. Ook het contact tussen de moeder en oma verloopt beter.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, BW).
5.2.
Daartoe overweegt de kinderrechter dat er zorgen zijn over de opvoedsituatie en de ontwikkeling van de kinderen. De moeder kampt met persoonlijke problematiek, waaronder een middelenverslaving. De moeder is hierdoor op dit moment onvoldoende beschikbaar voor de kinderen en niet in staat hen de veiligheid te bieden die zij nodig hebben. De kinderen hebben in hun leven al veel onrust en instabiliteit meegemaakt. Het is positief en fijn dat de kinderen binnen het netwerk van de moeder kunnen verblijven. Het lijkt goed te gaan met de kinderen, maar over met name het gedrag van [de minderjarige 2] zijn wel zorgen. Aangezien er in vrijwillig kader diverse hulpverlening is ingezet zonder dat dit heeft geleid tot een structurele verbetering van de situatie, is het noodzakelijk dat er gedwongen hulpverlening wordt ingezet. Het is noodzakelijk dat de moeder aan haar persoonlijke problematiek gaat werken, zodat zij een stabiele opvoeder kan worden voor de kinderen. Daarnaast is het belangrijk dat er een pleegzorginstantie betrokken raakt bij de grootouders, die ervoor zorgt dat de grootouders de juiste begeleiding en ondersteuning krijgen. Hoewel de grootouders de kinderen met liefde opvangen, is het zwaar voor hen om dit te combineren met hun baan. Het is in het belang van de kinderen en de moeder dat de grootouders overeind blijven en daarvoor dan ook zo spoedig mogelijk de hulp krijgen die zij daarvoor nodig hebben. De kinderrechter hoopt dat de gecertificeerde instelling, ondanks dat er helaas nog geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar is, hier met voorrang aandacht aan zal geven. Verder moet er toezicht worden gehouden op de ontwikkeling van de kinderen en moet onderzocht worden of zij individuele hulpverlening nodig hebben. Aangezien de zorgen fors zijn en er tijd nodig is om met hulpverlening te starten en daadwerkelijk verandering teweeg te brengen, zal de kinderrechter het verzoek tot de ondertoezichtstelling toewijzen voor de verzochte duur van een jaar. De kinderrechter acht het tevens noodzakelijk dat de kinderen voorlopig bij de grootouders blijven wonen. Bij de grootouders wordt de veiligheid van de kinderen gewaarborgd en wordt er voorzien in de basale opvoed- en verzorgingsbehoeften van de kinderen. De kinderrechter zal ook het verzoek tot de machtiging tot uithuisplaatsing toewijzen voor de verzochte duur.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland met ingang van 18 juni 2024 tot 18 juni 2025;
6.2.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg met ingang van 18 juni 2024 tot 18 december 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Tekst